Couverture fascicule

Vlaamsch of Duitsch ?

[note critique]

doc-ctrl/global/pdfdoc-ctrl/global/pdf
doc-ctrl/global/textdoc-ctrl/global/textdoc-ctrl/global/imagedoc-ctrl/global/imagedoc-ctrl/global/zoom-indoc-ctrl/global/zoom-indoc-ctrl/global/zoom-outdoc-ctrl/global/zoom-outdoc-ctrl/global/bookmarkdoc-ctrl/global/bookmarkdoc-ctrl/global/resetdoc-ctrl/global/reset
doc-ctrl/page/rotate-ccwdoc-ctrl/page/rotate-ccw doc-ctrl/page/rotate-cwdoc-ctrl/page/rotate-cw
Page 382

BIBLIOGRAPHIE

Ylaamsch of Duitsch?

Als nr 8 van het« Rheinisches Archiv » (Bo'nn. Ludwig Röhr- scheid. 1929. 1 vol. 8°. pp. vin + 128 en 1 kaart) publiceert Wilhelm Weltek een monographie getiteld « Studiën zur Dia- lektgeographie des Kreises Eupen. »

In een wetenschappelijk werk als wij in deze reeks mogen verwachten, verrast ons al dadelijk . de weinig wetenschappelijke toon van de inleiding, waar spraak is van Schr's « Hei- matstadt'Eupen... im heutigen Zwangsbelgien gelegen», en van « früheren, glücklicheren Zeiten, — en waar ook ronduit wordt bekend dat, naast het philologisch belang van het onderwerp, « das Bestreben nach Wahrung nationaler Belange hinzu(kommt) ». Ik kan het persoonlijk gevoelen van den auteur inzake naasting van zijn geboortestad bij België begrijpen, en zelfs eerbiedigen ; maar hij moet mij toegeven dat hij de plaats voor dergelijke beschouwingen verkeerd heeft gekozen, en bij den zuiver wetenschappelijk belangstellenden lezer een zekeren argwaan moet wekken, dien Welter's werk zelf intus- schen veel minder verdient dan de inleiding wel zou doen vermoeden. In zijn « Einleitung » waarschuwt de auteur ons ook, dat zijn plan niet het traditioneele plan van de « Ortsgramma- tiken » zal zijn, maar veeleer een vergelijk tusschen de indeeling naar een grammaticaal systeem en de groepeering der fei- - ten om een bepaalde kern,: het accent. Deze opvatting heeft voor gevolg dat, hoewel de groote onderverdeelingen (Laut- lehre, Formenlehre, Wortgeographisches) er uitzien als bij ongeveer alle « Ortsgrammatiken », binnen deze onderverdeelingen dè traditioneele orde vaak op stelten wordt gezet, voornamelijk binnen de « Lautlehre ».

Ik betreur in dit hoofdstuk vooreerst de afwezigheid van een volledige opsomming en beschrijving van den Eupener klankvoorraad. Dit was toch een eerste middel om het behandelde dialect in de meer westelijk en meer oostelijk gelegen dialecten te situeeren. De ergste leemte echter van de, « Lauthehre » is dat dé schrijver, waar hij zulk een overwegend belang hecht aan het accent, en speciaal aan de « Scharfung », nergens precies zegt hoe die « Scharfung » er phonetisch uitziet. Wij vermoeden alleen dat wij die beschrijving bij Frings (Die ffiieinische Accen-(

doc-ctrl/page/rotate-ccwdoc-ctrl/page/rotate-ccw doc-ctrl/page/rotate-cwdoc-ctrl/page/rotate-cw
doc-ctrl/page/rotate-ccwdoc-ctrl/page/rotate-ccw doc-ctrl/page/rotate-cwdoc-ctrl/page/rotate-cw
doc-ctrl/page/rotate-ccwdoc-ctrl/page/rotate-ccw doc-ctrl/page/rotate-cwdoc-ctrl/page/rotate-cw