EASY

DANS - Data Archiving and Networked Services

Search datasets

Close Search help

Opgraving - variant archeologische begeleiding Vernieuwing gasleiding in de Gelkingestraat te Groningen

Cite as:

Jong, M. de (Antea Group); Kauling, T.A. (Antea Group) (): Opgraving - variant archeologische begeleiding Vernieuwing gasleiding in de Gelkingestraat te Groningen. DANS. https://doi.org/10.17026/dans-zeb-anu5

2022-05-31 Jong, M. de (Antea Group); Kauling, T.A. (Antea Group) 10.17026/dans-zeb-anu5

Projectnummer 463444.
In de Gelkingestraat in Groningen zijn gasleidingen vervangen. Vanwege de ligging binnen de monumentale binnenstad van Groningen met daaraan gekoppelde regelgeving in het bestemmingsplan zijn de bodemingrepen uitgevoerd onder archeologische begeleiding (protocol
4004) door Antea Group. Dit is gebeurd in juni en juli 2020.

Het vervangen van de gasleiding gebeurde door middel van relinen. Daarom is niet met lange sleuven, maar met tamelijk veel kleine in- en uittredegaten gewerkt. De civieltechnische ontgravingen zijn administratief onderscheiden als 21 afzonderlijke werkputten. Na het verwijderen van de verharding is de grond verwijderd door middel van een grondzuigwagen. De grootte van de werkputten varieerde van minder dan 1 m2 tot bijna 20 m2. Ook de ontgravingsdiepte was variabel met dieptes van 0,7 tot ruim 1,1 m onder maaiveld.

Vanwege de ligging binnen de stad Groningen en binnen de zone van middeleeuwse verdedigingswerken was de vraagstelling daarop gericht. In de praktijk bleek dat de bodem in de meeste werkputten geheel of grotendeels verstoord was. Desondanks heeft de begeleiding archeologische informatie opgeleverd in de vorm van muren, structuren en diverse oude bodemlagen. Op basis van het aangetroffen vondstmateriaal vrijwel alle structuren en één daarmee geassocieerde laag uit de nieuwe tijd. Eén muur en alle overige bodemlagen dateren uit de late middeleeuwen. Die muur (S17) is waarschijnlijk 13e-eeuws en mogelijk geassocieerd met de middeleeuwse stadsmuur.

Het vondstmateriaal bestaat uit keramiek, (keramisch) bouwmateriaal, dierlijk bot, leer, metaal, hout, glas en botanische monsters. De conserveringstoestand van het vondstmateriaal is in zijn algemeenheid tamelijk goed te noemen, alleen metaal verkeerd in matige staat. De vondsten bestaan uit onder andere kogelpotaardewerk, steengoed, roodbakkend aardewerk, porselein, tegels, vensterglas, leersnippers, slachtafval en een duig van een houten napje. Het botanische materiaal weerspiegelt vooral akkeronkruiden, graslandplanten, planten van natte contexten en in mindere mate cultuurplanten waaronder ook eikenschors.

De archeologische begeleiding diende om archeologische resten te documenteren die anders door de civieltechnische werkzaamheden zouden worden verstoord. Het uitgevoerde onderzoek is uitgevoerd als opgraving (variant archeologische begeleiding), wat betekent dat dit de laatste stap is in de AMZ-cyclus. Derhalve zijn geen nadere adviezen of waarderingen gegeven. Ook zijn geen nieuwe of andersoortige archeologische vindplaatsen aangetroffen waar in toekomstig
onderzoek rekening mee dient te worden gehouden in deze omgeving