Hoe ziet de bodemopbouw eruit; in welke mate is deze verstoord?
De bodem bestaat uit een opgebracht grondpakket (slib) op een natuurlijk kleipakket (top tussen 0,5 en 1,9 m –NAP), op een veenlaag, op dekzand (top tussen 3,0 en>5,0 m –NAP). Op plekken waar het dekzand relatief hoog ligt is geen veen (meer) aanwezig. In het grootste deel van het plangebied is de natuurlijke bodemopbouw intact aangetroffen, enkel in boring 12 was de bodem volledig verstoord tot op de einddiepte van de boring.
Wat is de invloed van eventuele verstoringen van de bodemopbouw op de archeologisch relevante niveaus, zijn deze nog intact?
De archeologisch relevante niveaus, het dekzand, de top van de klei en de Middelberterweg zijn grotendeels intact. In enkele boringen zijn aanwijzingen voor archeologische grondsporen (boringen 15 en 17) aangetroffen die de bodemopbouw (de klei en het veen) hebben aangetast. Ook is de top van de klei mogelijk plaatselijk aangetast als gevolg van de ontwikkeling van het slibdepot, zoals te zien is bij boring 14. Het dekzand is in het plangebied, op de reeds genoemde boring 12 en boring 7 na, grotendeels intact aanwezig (met podzolprofiel).
Hoe dik is de opgebrachte grond van het baggerdepot?
De opgebrachte grond is tussen de 0,8 en 1,65 m dik.
Zijn er aanwijzingen voor een oude wegconstructies ter hoogte van de voormalige Middelberterweg? Zo ja, hoe diep bevinden deze zich?
De Middelberterweg is in beide wegraaien aangetroffen. In het zuidelijke raai was de weg aanwezig in de vorm van een ondoordringbare stenen of asfalt laag op een diepte van 1,25-1,50 m –Mv (top wegdek op 0,47 m -NAP). In de noordelijke raai lag het wegdek op een diepte van 1,75-1,80 m –Mv (0,74 m -NAP). Aan weerzijden van de weg is mogelijk in de voormalige bermsloten geboord (boring 15 en 17). De top van de mogelijke slootvulling aan de westzijde van de weg bevond zich op circa 1,6 m -NAP, vergelijkbaar met de top van het natuurlijke kleipakket in dit deel van het plangebied. De slootvulling aan de oostzijde reikt tot circa 1,1 m -NAP.
Zijn er aanwijzingen voor (grotere) archeologische nederzettingen in de kleiafzettingen?
Ten westen van de Middelberterweg is in boring 15 (en de extra boring 36) op een diepte van circa 2,15 tot 2,3 m -Mv (1,65 m -NAP tot 2,2 m -NAP) een aantal archeologische indicatoren (baksteenpuin, plantenresten en aardewerk) aangetroffen. Deze wijzen op een nederzettingscomplex dat gezien de datering van het opgeboorde materiaal (aardewerk) uit de Late Middeleeuwen dateert. Het materiaal ligt waarschijnlijk in een grondspoor, mogelijk in de bermsloot van de voormalige Middelberterweg. Het is niet ondenkbaar dat het materiaal te relateren is aan een van oorsprong laatmiddeleeuws erf aan de Middelberterweg.