Samenvatting
Euthanasie bij wilsonbekwame patiënten met gevorderde dementie staat ter discussie binnen de medische en juridische gemeenschap. Eén van de kernpunten in dit debat draait om de interpretatie van schriftelijke euthanasieverklaringen en de mate waarin het ‘vroegere zelf’ van de patiënt moet prevaleren boven het ‘huidige zelf’. De wettelijke zorgvuldigheidseisen en de KNMG-visie lopen uiteen. Van belang is om in een vroeg stadium van dementie met de patiënt in gesprek te gaan en te blijven.
Literatuur
KNMG. Euthanasie en dementie. KNMG Standpunt Levenseinde. Utrecht: KNMG, 2021. https://knmg-standpunt.maglr.com/knmg-standpunt-levenseinde/euthanasie-en-dementie. Geraadpleegd op 4 juli 2023.
Rechtbank Den Haag 11 september 2019, ECLI:NL:RBDH:2019: 9506 en Hoge Raad 21 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:713 2020 en ECLI:NL:HR:2020:712. Eveneens bekend als RTE-oordeel 2016-85.
Pijnakker P. In vertrouwen. Normatieve beschouwing over euthanasie, dementie en de schriftelijke wilsverklaring [proefschrift]. Leiden: Universiteit Leiden, 2022. https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/access/item%3A3483998/view
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Additional information
Pijnakker P, Engberts DP. Ethische overwegingen bij zienswijze KNMG over dementie en het levenseinde. Huisarts Wet 2024;67(5):18-20.DOI:10.1007/s12445-024-2796-z.
Mogelijke belangenverstrengeling: niets gemeld.
About this article
Cite this article
Pijnakker, P., Engberts, D. Ethische overwegingen bij zienswijze KNMG over dementie en het levenseinde. Huisarts Wet 67, 18–20 (2024). https://doi.org/10.1007/s12445-024-2796-z
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12445-024-2796-z