Cucumber mosaic virus isolated from Yucca flaccida

Abstract

Cucumber mosaic virus (CMV) was isolated fromYucca flaccida. The isolate was identified as CMV by host range, ways of transmission, physical properties and serology. No symptoms appeared on healthyYucca seedlings inoculated with purified virus or virus-containing sap, neither could the virus be recovered from these plants.

Samenvatting

Enkele jaren geleden ontving de Plantenziektenkundige Dienst (PD) te Wageningen van een kwekerij in Hillegom enkele exemplaren vanYucca flaccida Haw. (Agavaceae) met gele, ovale kringvlekken op de bladeren. In routinetoetsingen, uitgevoerd op de PD, kon in het zieke materiaal geen pathogeen worden aangetoond. De zieke planten, overgebracht naar de proeftuin van de PD, vertoonden in het vroege voorjaar heldergele kringvlekken (Fig. 1A) en in de rest van het jaar diffuse, chlorotische strepen op de nieuw-gevormde bladeren (Fig. 1B). In twee inoculatieproeven, uitgevoerd op het Laboratorium voor Virologie, kon een virus uit het ziekeYucca-materiaal worden overgebracht naar planten vanGomphrena globosa, Nicotiana tabacum ‘Samsun NN’ enN. tabacum ‘White Burley’. Reacties op een uitgebreidere serie toetsplanten, geïnoculeerd met sap van een zieke ‘White Burley’-tabaksplant, deden denken aan die welke veroorzaakt worden door komkommermozaïekvirus (KMV), en wel door die groep van KMV-isolaten die in de indeling van Hollings e.a. (1968) aangeduid wordt als groep II ‘Typical CMV field isolates in Britain’. Figuur 2 geeft een karakteristiek beeld van infectie vanSolanum capsicastrum door het virus uitYucca. Slechts enkele toetsplanten vertoonden symptomen die kenmerkend zijn voor de gele stam van KMV (CMV-PY), die in het systeem van Hollings e.a. (1968) behoort tot groep III (Fig. 3 en 4).

Het is niet gelukt gezondeYucca zaailingen te infecteren met hetzij een gezuiverde virussuspensie, hetzij ruw sap van zieke ‘White Burley’-planten.

Het virus kon doorMyzus persicae in korte zuigtijden worden overgebracht van zieke ‘White Burley’-tabak naar gezonde planten van dezelfde cultivar, doch niet uit ziekeYucca naar gezonde tabak of uit zieke tabak naar gezondeYucca. In overdrachtsproeven met warkruid(Cuscuta subinclusa) kon het virus van zieke ‘White Burley’ naar gezonde ‘White Burley’ worden overgebracht en in één geval, te oordelen naar de symptomen, ook van ziekeYucca naar gezondeYucca, naar niet van ziekeYucca naar gezonde tabak of van zieke tabak naar gezondeYucca.

In ruw sap behield het virus zijn infectievermogen bij een verdunning van 10⁻⁵, een temperatuur van ongeveer 70°C en een bewaarperiode bij 22°C van 9 dagen. De twee eerstgenoemde waarden komen overeen met, de laatste is daarentegen hoger dan, die welke in de literatuur worden vermeld voor KMV.

De 260/280 absorptieverhouding en de structuur van de virusdeeltjes (Fig. 5) kwamen overeen met die van KMV. Serologische reacties uitgevoerd met antiserum tegen verschillende stammen en isolaten van KMV bevestigen de verwantschap tussen het virus uitYucca en KMV.