Close
Home
Collections
Login
USC Login
Register
0
Selected
Invert selection
Deselect all
Deselect all
Click here to refresh results
Click here to refresh results
USC
/
Digital Library
/
Pentecostal and Charismatic Research Archive
/
Hollenweger Center, Amsterdam, Netherlands
/
Golden sheaves, vol. 11, no. 23 (1935 December 1)
(USC DC Other)
Golden sheaves, vol. 11, no. 23 (1935 December 1)
PDF
Download
Share
Open document
Flip pages
Contact Us
Contact Us
Copy asset link
Request this asset
Transcript (if available)
Content
lie JAARGANG No. 23. DECEMBER 1935 • VERSCHIJNT OP DEN 15en EN 30en VAN IEDERE MAAND. De dalen zijn bedekt met koren Ps. 65:14 11[ ggeolvoy - II 01 01 fib i gh "4"1199en '' " SLAAT DEN SIKKEL AAN. DE OOGST IS RIJP GEWORDEN Joël 3:13, 0' G UDEN SCH OVEN (Officieel Orgaan van de Vereen iging „De P in k st er zend in g" in Ned.- In di ë. Als Recht s p e r s o o n erkend bij Gouvernementsbesluit van 17 September '35 No. 26). TEN DIENSTE VAN DE GEMEENTE VAN JEZUS CHRISTUS — VERSCHIJNT TWEEMAAL 'S MAANDS — Abo nnementsprijs 11,50 per kwartaal bil vooruitbetaling. 11 Familieberichten 1 1,- Redactie en Administratie Zr. M. A. ALT Djagalanlor 95, K e d i r i. ottettttttttttttte ttt ttttt ttettt, tttttt t ttttt ttttt ttttttttttttttttttttttttttttt ttt ttttt tttt ttittt tttttttttttttt ttttttttttttiettt ttttettto E • • Dit Blad is een wegwijzer voor alle ntenschen, van iedere nationaliteit of religie, die naar vrede zoeken. Het predikt de volkomen verlossing van de zonde, en van de vrucht der zonde, n. 1. ly de krankheid des lichaams, door 't geloof in 't plaatsvervangend lijden en het volbrachte werk van onzen Heere Jezus Christus aan 't kruishout op Golgotha. Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijne striemen is ons genezing • geworden. Jesaja 53 : 5. SAMENKOMSTEN. AMBARAWA. Ten huize van Zr. Bas- tiaans. Magelangsche weg 216. Zr. Alt met ass. van Br. en Zr. Abell 1X per maand. BATAVIA-CENTRUM. Br. en Zr. Visscher, Kebon Sirih 53. Holl. dienst Zondagmorgen 10 u. v. m. idem Vrijdagavond 7 u. Mal. dienst Dinsdagavond 7 u. Zaterdagmiddag half vijf kindersamenkomst. BANDOENG (Elièzer). Kebonsirih 22. Lokaal Elièzer. Zondagmorgen 9 uur en Donderdagavond 6.30 uur Holl. Dienst door Br. Smits met medewerking van Br. Willems. Stalweg 32. BANDAR (Elièzer). Zondagmorgen 8 uur en Woensdagavond 7 uur Mal. Dienst door de Brs. Moorees en Ambio. BARON. Br. P. Carolus met ass. v. Br. S. KowaUs. t/h van Zr. Fleur. lederen Vrijdagavond 7 u Mal. - Jav. dienst. le &3e Woensdagav.7u Bijbellezing. BLITAR. lederen Maandag en Donderdag 's avonds te 7.30 uur. Kepandjèn Kidoelstr. 16 Br. J. Pello. Zondagmorgen 8 - 9 uur, Zondagschool. Zr. Alt meetings na afspraak. BALIKPAPAN. (Borneo) lederen Woens- dagavond te Klandasan, en Zondagavond ten huize van Br. en Zr. Groeneveld. BOJOLALI. Br. W. J. de Graaff. Diensten na afspraak. BOEJARAN (bij Demak) Br. Manoepoetih. Zaterdagavond 7 uur Mal. dienst t/h van fam. Tan Jam Hwie. DEMAK. Zondagmorgen 9 uur Mal. dienst in het Pinksterkerkje (Kamp. Toehoe) door Br. en Zr. Abell met ass. van Br. Manoepoetih DJEMBER. Pinksterzaal Kebonsari. lederen Zaterdagavond 7 u. gemengde dienst door Br. Boum Bletterman. Zr. M. A. Alt iederen 2en Donderdag van de maand te 7 ure in de Landraadszaal. GAMBANG WALOEH. Zr. M. A. Alt. Zondagochtend 9 u. Br. Joenoes. Woensdagavond 7 u. Br. Elias. Vrijdagavond 7 u. idem. Zondagsschool 4 u.n.m. Zr. Martinah. Eens om de 3 mnd. Zr. Alt. GAROEM. (Blitar) Ten huize van Br. R. Margono. lederen Zondagavond 7.30 uur. Br. J. Pello m/a Br. Matthefis. GEDINSARI. Zondagavond 7 u. n. m. Maleische dienst Br. G. Pontoh. JAPARA. Br. en Zr. Abell. Meetings na afspraak. Eiken Woensdagavond bidstond ten huize van Zr. L. BUSCHKENS. KRAS. (t/h van Br. Liem Soen Khee). Zondagavond 7 u. gemengde dienst — Br. Ch. Schotborgh. r b Komt tot de Wateren. z^**» X3 {^frr; J^iSK^rt .<,:? AST-J m m for Eeuftrigljetfr. HET EVANGELIE DAT WIJ BRENGEN IS: Jezus, de Verlosser en Zaligmaker. Joh. 2 : 1,2. Jes. 9 : 5. Matth. 1 : 21. Lucas. 2 : 11. 1 Joh. 7 : 9. Jezus, de Geneesheer. Jes. 53 : 4. Exod. 15 : 26. Matth. 8 : 17. Hand. 10 : 38. Jezus, de Dooper met den Heiligen Geest. Matth. 3:11. Joel. 2 : 28. Hand. 2 : 4. Hand. 10 : 44-48 Jezus, de komende Bruidegom, Heere en Koning der Koningen Dan. 7:13,14. Matth. 25:6. Hand. 1:11. Openb. 1 : 7. WA T WIJ GELOOVEN EN LEEREN. 1. Wij gelooven in den Bijbel, als het geïnspireerde Woord van God, dus een Boek van onfeilbare openbaring. (2 Tim. 3 : 14 - 17 ; 2 Petr. 1:19-21; Lukas 24 : 25 - 27 ; Lukas 24 : 44, 45). 2. Wij gelooven in een Eénigen God, Schepper, Onderhouder en Rechter aller menschen, Welke Zich openbaart in drie Personen : Vader, Zoon en Heiligen Geest. (Rom. 1 : 19 - 20 ; Jesaja 45 : 5 - 6 ; Matth. 28 : 19 ; Joh. 15 : 26). 3. Wij gelooven in de zondeval van 't eerste menschenpaar en de erfelijke verdorvenheid van 't gansche menschdom. (Genesis 3:1-7; Rom. 5:12; 3:23, Genesis 8.21). 4. Wij gelooven in de menschwording van Christus, den Zone Gods, in Zijne, aan 't kruis volbrachte verzoening en verlossing voor alle menschen die in Hem gelooven, en in Zijne lichamelijke opstanding. (Galaten 4:4; 1 Korinthe 15:3-4; 1 Joh. 2:2; Handel. 10:40-41). 5. Wij gelooven dat alle menschen kunnen zalig worden, doch alleen door 't geloof in Jezus Christus, zonder toevoeging van eigene werken. (1 Tim. 2:5-6; Hand. 4: 12; Galaten 2: 16; Joh. 3: 16). 6. Wij gelooven in de bekeering en wedergeboorte des harten door den Heiligen Geest, zoomede in heiligmaking tot de volmaaktheid in Christus, door de gehoorzaamheid des geloofs. (Hand. 17:30; 26:20; Joh. 3:3-8 ; Matth: 5:48; 1 Petr. 1 : 15- 16; Hebr- 12:14; 1 Thess. 5 : 23 ; Hebr. 10:14). 7. Wij gelooven in de noodzakelijkheid der bediening van den waterdoop, uit sluitend aan geloovigen en var. het Heilige Avondmaal ter gedachtenis aan Jezus' Kruisdood, Opstanding en Wederkomst. (Matth. 28:19; Hand. 2:38; 8:36-38; 1 Kor. 11:23-29). 8. Wij gelooven in den Doop met den Heiligen Geest, met de, volgens de Schrift „navolgende" teekenen. (Luk. 3:16; Hand. 1:4-5; 2:4; 10:44-46; 11:15-16; 19:6). 9. Wij gelooven in de Goddelijke genezing van lichamelijke krankheden, op grond van 't volbrachte verlossingswerk op Golgotha. (Jesaja 53:4; Matth. 8 : 16, 17; Jak, 5:14, 15). 10. Wij gelooven in de gaven des Heiligen Geestes en de Bijbelsche ambten, tot opbouwing van het lichaam van Christus. (Epheze 4:7-16; 1 Korinthe 12 : 1 - 31). 11. Wij gelooven in de spoedige wederkomst van onzen Heiland en de opname der geloovigen, vóór den aanvang van het duizendjarig rijk op aarde. (Handel. 1:11; 1 Kor. 15:22-24; 1 Thess. 4:13-18; 1 Kor. 15:51-57; Openb. 20: 1 -6). 12. Wij gelooven in het laatste oordeel. In de eeuwige gelukzaligheid voor alle kinderen Gods en de eeuwige straf voor alle onboetvaardigen. (Openb. 20: 11 - 15; Rom. 2:2-16; Matth. 12 : 36 ; Joh. 5 : 24 - 29 ; 3:36; Matth. 25 : 31 - 46 ; 2 Thess. 1:7- 10). JEZU S WIL! l — as 4\4 • • 3 . 4 5 . 6 Uit „Harvest Hymns" No. 17. 3.. 3 5. . 1.1 5 5 5 5 Wie wil rei ni--gen mijn hart ? Je Wie wil dro--gen ied'--re traan? Wie doopt mij met Geest en vuur ? Wie ge - - neest mijn lichaams-- pijn ? Wie voert mij in't Va - - der - - huis ? • 1 . 6 3 . 3 0 0 Je - - zus » » 4 4 5 wil. (Je- . 3 . 5 --zus • • * 2 • • 4 2 . 5 . Je- wil!) „ . 5 . 4 0 0 - -zus i ..0 3 ..0 3.21. 0 1.11. 0 wil (Jezus wil!) 3 5 1 4 6 1 1 . 3 . i . ' 4 • 6 . 1 6 4 1 Wie ver--licht mijn zorg en smart ? Je--zus Wie wil al toos met mij gaan ? „ „ uur tot uur? „ „ li - chaam rein ? „ 5 3~ T 5~ uw 3 . 5 ~ i — 5 _ Ver-- 2 4 7 5 los - 1 3 1 1 - ser 1 3 . i 1 . wil! . 0 . 0 . 0 . 0 Leidt mij voort van Houdt mijn ziel en Schenkt mij straks een za lig thuis? „ 4 6 1 4 Je- b 3 1 1 Tot 1 4 6 4 A- . 6 . 4 . 1 . 4 --zus . "4 . "2 1 . 1 uw • • • • 4 . 6 . 1 . 4 . 3 . 5 . 1 . 1 . wil! Je - - 6 5 4 3 1 1 1 1 har te • . • 1 . 3 . 5 . 1 . men. 5 3 1 1 - zus 1 5 1 3 komt • . . . 3 . 5 . 1 . 1 . wil . 2 . 5 . 7 . 5 Hi • . . 2 5 7 2 Ja, 3 5 i • i tee- K O . 2 . 5 7 . 2 uw 4 6 • 1 i - - der, O R ! 3 "4 6 2 dierb' 3 . 5 . • 1 . • 1 . stil, 2 "4 6 2 - re 6~ 4~ ï~ 4~ Je- 1 "4 2 2 Hei- - 4 . 6 . 1 4 . - zus 6 "4 1 2 land 3 5 1 5 uw "2 5 7 5 wil ! 5 _ 3 ~ i"T 5 _ Ver- A * . "4 1 6 (ja, 2 4 7 5 - los - . 4 7 5 wil! . 1 . 3 . 1 . 1 - ser ^oorden 0 0 0 0 ) i. 3 . 5 . 1 . wil! M. i — 4 — He t doode punt !» Loof den Heere, mijn ziel en al wat in mij is, Zijn heiligen Naam. Loof den Heere, mijn ziel en vergeet geen van Zijn weldaden Ps. 103. Ons geloofsleven wordt vaak gehinderd en in zijn loop gestremd door zware beproevingen die ons van God worden opgelegd, of door aanvechtingen van Satan. Teleurstellingen, krank- heden, tegenspoeden op financieel gebied, slagen van allerlei aard-dat zijn de dammen die als 1 t ware de stroom van het Water des Levens voor ons afsluiten Donkerheid en diepe neerslachtigheid ver vullen de ziel. Vragen als: „Wat baat mij nu al mijn geloof?" „Waarom zal ik langer bidden? Waartoe al deze strijd en moeite? zullen zich, al is het tegen onzen wil, aan ons opdringen. En als wij dan niet met een vast geloof en geheiligden wil deze aanvechtingen bestrijden, gedachtig aan het Woord : „Wederstaat den Booze en hij zal van u vlieden"-zullen wij lang zaam maar zeker afglijden naar „het doode punt" waar verstarring en duisternis heerschen. Men heeft zich overgegeven aan de duistere machten van twijfel en ongeloof en de ziel verkeert in het allergrootste gevaar. Bidden kan men niet meer, en als men zich daartoe dwingt, komen er slechts koude, vor melijke woorden over onze lippen - moedeloos heid, de grootste vijand van Gods kinderen, neemt bezit van het hart. De samenkomsten kunnen ons niet meer opbeuren, de prediking en 't gezang hebben geen vat meer op ons -, O, dat zijn vreeselijke tijden - een voorproef van de hel, het land der buitenste duisternis, waar de zielen afgesloten zijn van 't hemellicht en ieder contact met de God heid verbroken is. Wat kan ons redden uit deze put der ellende ? Kan 't waar zijn dat Gods hand ons heeft losgelaten en wij den Geest Gods gebluscht hebben ? zoo vragen wij ons af. Zoolang wij nog angst ge voelen en ons bekommerd ma ken over onzen toestand, kan het contact tusschen God en uw ziel nog niet geheel verbroken zijn. De stem des Geestes waarschuwt u nog en Gods oog rust nog immer op u. Edoch, ge zijt in een gevaarlijke po sitie-uw koude onverschilligheid jaagt u weliswaar vrees aan, maar ge weet niet hoe ge u er uit zult redden. Wat moet ge doen ? O, dan is 't tijd het schild des geloofs op te heffen, dan begint gij te loven en te prijzen, eerst zacht en beschaamd, straks luider en dringender: Loof den Heere mijn ziel! Loof Hem, prijs Hem, Halleluja! „Eere zij 't Lam-geprezen zij God den Vader, God den Zoon, God den Heiligen Geest ! Glorie zij Zijn Naam !" En dan geschiedt het wonder! Het licht breekt door-het harte breekt, tranen stroomen over 't aangezicht, tranen van berouw, tranen van liefde, en de lippen stamelen : Vader, ik heb gezondigd tegen den hemel en tegen U, en ik ben niet waard Uw kind genaamd te worden. En door de nevel van tranen heen, zien wij daar de lichtende gestalte van onzen Heiland staan met uitgebreide armen : Kom tot Mij - Ik zal u rust geven " Dan is 't contact hersteld. De zonde des ongeloofs is uitgewischt, het gebroken hart ge heeld, de tranen zijn gedroogd Waar alle middelen, om uit een diepe de pressie te geraken, falen, zal de lofprijs ons voeren op Thabor-hoogten, waar wij een ont moeting zullen hebben met Jezus alleen. Slechts door loven en prijzen verkrijgt men de overwinning over krankheidsmachten, zorgen en levensmoeiten. Halleluja! Glorie zij Jezus Amen ! M. A. - — 5 — Een oud prediker placht te zeggen : „Als men Satan een stoel aanbiedt, gaat hij er direct op zitten." dat is een waar woord. Wanneer men met den Booze begint te onderhandelen, vallen wij na korter of langer tijd in den strik. Eva, de eerste vrouw, stond in den hof van Eden en knoopte een gesprek aan met Satan. Zij stond daar als een beeld van lonter schoon heid, lieflijkheid, reinheid en leven, maar nadat zij met den Booze gesproken had, kwam de dood over haar en haar gansche nakomeling schap, en verloor zij haar onschuld De profeet Bileam kende God's wil evengoed als Eva die kende. Ood had beiden een beslist verbod gegeven. Tot Eva: „Gij zult van de vrucht dezes booms niet eten."—tot Bileam: Gij zult niet tot hem (Balak) gaan. Gij zult het volk Israël niet vloeken, want 't is gezeeend. (Num. 22:12). Maar Bileam noch Eva waren tevreden gesteld met dit verbod-zij lieten Satan toe tot hunne harten te spreken en zij vielen. Hoevele jonge menschen van christelijken huize doen hetzelfde. Zij weten van jongsaf den weg zóó goed. De tekst: „Heb de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is." kennen zij precies, maar zij treden in onderhandeling met Satan en zij keeren het Kruis den rug toe. Een geloovig jongmeisje staat op 't punt zich te verloven met een man van de wereld. O, de tekst „Trek niet een ander juk aan met een ongeloovige—want wat heeft de geloovige met den ongeloovige te doen ?" is in hare herinne ring blijven hangen, maar zij geeft Satan een kans tot haar te spreken. Hij neemt plaats op den stoel dien zij hem aanbiedt en hij fluistert op vriendelijken toon: „God kan u toch immers gebruiken den man te bekeeren ? Als ge een maal met hem getrouwd zijt kunt ge hem door uw invloed bewegen, de wereld, het drinken, rooken en bridgen na te laten. Lees gij dien tekst eens: „Wat weet gij vrouw, of gij den man zult zalig maken ?" En het meisje doorbladert den gansenen Bij bel om toch maar een Bijbeltekst te vinden die haar verlof geeft --Gode ongehoorzaam te zijn. En Satan wijst haar vele, uit hun verband gerukte Bijbelwoorden aan. Zij is tevreden en slaat de Bijbel toe, misschien voor altijd Satan heeft de overwinning behaald en een ziel in zijn net gesleept. Wat moeten wij doen als de duivel ons wil betooveren met allerlei voorspiegelingen die het vleesch wel dierbaar zijn, maar God niet kun nen behagen? Kort en bondig zegt de Schrift: „ Weder staat den duivel en hij zal van u vlieden." Geen overleggingen, geen: „Kom, ik zal eens luisteren naar wat hij te vertellen heeft." Mrs. Pearsall Smith schrijft: „Laat ook bij onzekere levensvragen, uwe keuze, uw wil steeds neigen naar Gods zijde." Voorwaar, dan zal er van den hemel een duidelijk licht vallen op uw weg en de Geest zal u toonen hoe gij te handelen hebt. Gods Woord is ja en neen. De Heere ge bruikt nimmer omwegen, Hij gaat recht op het doel af. Toen Satan Jezus wilde verzoeken in de woes tijn, hem te aanbidden, sprak de Heer beslist en krachtig dit korte woord: „Ga heen, Satan." Dit zij ook ons antwoord bij iedere aanvech ting of verzoeking, bij iedere krankheidsaanval of vleeschelijke bekoring, bij iedere wereldsche betoovering of ongehoorzaamheid tegen Gods geboden: „Ga heen, wijk van mij Satan. Ik ben met Christus gekruist en ik leef niet meer mijn eigen leven, maar Christus leeft in mij. (Vert. Prof. Brouwer). M. A. Ik ben herkend — ja, Vader! —ja, ik ben het Uw lang verdoold en diep rampzalig kind, nog zwerft het moe en eenzaam; och, gewen het weer aan Uw roep; dat het U wedervind'. Van eindloos verre deed Uw stem zich hooren, ik wist het wel; — ik ben nog niet verloren — Ik ben herkend! 6 Ik ben herkend — hoogzalige gedachte! De Heer van Aard' en Hemel zag mij aan. Een oogwenk was 't, alsof Hij teeder lachte, als had Hij zelf de blijde vondst gedaan. Zijn kind kwam weer, uit duistre, woeste, beemden; Nu zijn wij één_niets kan ons meer vervreemden- Ik ben herkend ! Ik ben herkend — o Vader! hoe lang zocht ik Uw schijnsel in der wereld donkre straten, en hoeveel schriklijke uren overbrocht ik, mij wanend in alle eeuwigheid verlaten — Nu kan geen macht Uw stillen glans verdrijven, nu zullen wij voorgoed vertrouwlijk blijven, Ik ben herkend ! FREDERIK VAN EEDEN. • •_% • • • '^''XM^MM^XM^CX^^MX»:^:^ • • •_£. - * •!#:"!$:" Teekenen der tijden. '!-&':$: .^F.,.^F. ^IO(GKX3K2*e>tC3000IOtOIOieilOK. tt..<fc. Om het ras. Tien geboden voor de Arische vrouw. „Tien geboden om Arische vrouwen te hel pen bij de keuze van haar echtgenoot" zijn uitgegeven door de commissie voorde nationale gezondheidsdienst. De geboden luiden : 1. Bedenk dat ge Duitsche zijt. 2. Indien erfelijk gezond, moet ge niet onge trouwd blijven. 3. Houd uw lichaam rein. 4. Houd uw ziel en geest onbezoedeld. 5. Kies een Duitschen echtgenoot of een man van Germaansch bloed. 6. Informeer bij de keuze van uw echtgenoot naar zijn voorvaderen. Ge trouwt niet hem al leen, maar al zijn voorvaderen. 7. Trouw alleen uit liefde; geld is een tijde lijke weldaad en brengt geen blijvend geluk. 8. Gezondheid is ook een voorwaarde voor uiterlijke schoonheid. 9- Zoek geen speelpop, maar een metgezel in uw huwelijksleven. 10. Krijg zooveel mogelijk kinderen. 29 Oct. '35. Indische Courant. Rusland zal, als het kans ertoe krijgt, te vuur en te zwaard het Christelijk geloof vervolgen. Het fascisme kan op den duur het woord van Christus en de vrijheid der kerk niet dulden. Wat het Nationaal Socialisme wil en brengt met zijn achtergrond en verheerlijking van Ger maansch heidendom, weten we uit den Duit schen kerkstrijd. En dat is nog maar een begin. En eindelijk, als Japan tot macht mocht ko men, dan zal die macht, gedragen door vergod delijking van staat en'keizer, het Woordenden Geest van Jezus Christus niet verdragen, als dat Woord ten minste waarlijk gesproken en als die Geest van Christus ten minste werkelijk in vruchten geopenbaard wordt. Zoo spitsen zich de geestelijke tegenstellingen toe. Ds.J.H.S.S. in het „Geref. Kerkblad" No. 42. B ij belkennis . Een theologisch medewerker betoogt in het Handelsblad, dat duizenden, ook academisch gevormden, in Nederland van de meeste wer ken van Rembrandt niets begrijpen, omdat zij de elementairste kennis van de H. Schrift missen. Het is welhaast ongeloofelijk en zeker ont stellend, hoe groot de onkunde zelfs van het „meest ontwikkelde" deel der natie hieromtrent is. Het is een theologie-professor overkomen, dat hij moest bemerken, dat twee Nederlandsche advocaten niet wisten, wat de platen, opgehan gen in een boekwinkel omtrent Paschen, betee- kenden, waaronder stond afgedrukt „Golgotha" en „Gethsémané". Ze meenden beiden, dat het uit de „Grieksche mythologie" kwam, waarvan het gymnasium hun vroeger wel eens wat had geleerd. Zelf heb ik met stomme verbazing aange hoord, eenige jaren geleden, op de schitterende Jan Steen-tentoonstelling te Leiden, Lakenhal, dat een jongedame haar grootvader bijdehand nam om hem geestdriftig te wijzen op de pracht van het grootste stuk, dat daar hing, duidelijk „de gevangen Simson" voorstellend, met de woorden : „Grootvader, daar heb je nu Haman !" Het lieve kind, al reeds de H. B. S. voorbij, zal van dit meesterstuk stellig nooit veel hebben kunnen na-vertellen! In Amsterdam was gebleken op ee n open ba re school , dat 28 van de 30 leerlinge n der hoogst e klas, nog nooi t van geboorte, leven en ster ve n van Jezus Christus hadden gehoord . In Duitschland zijn alle vrouwen van zeven tien tot zeventig opgeroepen om zich te bekwa men in de afweer van lucht- en gasaanvallen. Als er werkelijk oorlog komt, dan zal de lucht afweer voornamelijk op de vrouwen neerkomen, heeft Frau von Willich in Berlijn gezegd. Teekenen in de lucht. De „Aftenposten" in Oslo bericht van een merkwaardig natuurverschijnsel. Een photo in dat blad toont ons een reusachtig kruis ge vormd door ijs, wonderbaar schoon bestraald door 't zonnelicht. Het kruis dat zeer zuiver van lijn is, bevindt zich recht tegenover Hotel Tyin. De photo is genomen door den vliegenier Niels Romins, die een noodlanding maakte, om het reusachtige phenomeen van dichtbij te kunnen bezien. — 7 # Als een trouwe wachter verheft zich het groote ijskruis boven de Noorsche stad Tyin— tevens als een ernstige waarschuwing ter be keering. Waarlijk, onze goede hemelsche Vader laat 't der zondige wereld niet aan teekenen en waarschuwingen ontbreken in deze dagen doch wie zal acht geven op die Goddelijke stem ? De tijd is kort De dorre doodsbeenderen. De „Bode van Lion" (April 1935) deelt mede dat te Londen in 't begin van dit jaar, een groote vergadering van Duitsche Sionisten en Joden-vrienden plaats had. Men stelde voor, 10 millioen Mark te storten voor de emigratie der Joden, doch het meerendeel der vergaderden achtte deze som te hoog, voor zoo'n onzeker doel. De enthousiaste directeur liet toen een Bijbel halen en las luide vóór, Ezechiël 37 : 1 - 14 (De opwekking der dorre doodsbeenderen, n. I. Israël). Na de voorlezing vroeg de directeur: „Zullen wij medewerken tot het levendmaken der dorre doodsbeenderen ? Zullen wij de arme Joden helpen terug te keeren naar hun vaderland ?" Alle handen gingen omhoog, en de som werd verzonden. Proeve van moderne dichtkunst. Door den heer J.J. de Stoppelaar is een bun del gedichten uit gegeven, getiteld „Java" Ik hoop dat mijn lezers er meer van begrijpen dan ik. Misschien ben ik te ouderwetsch om er de finesses van te verstaan. Dit is een gedicht, getiteld: „Twee rozen": O, in mijn kamer, In een vaas, Doet blozen Liefdes beramer Twee roode rozen. O, in mijn kamer, Verdonkrend in het waas Van liefdes beramer, De schemering. en voorts: „Herfsttijloozen bloeien in verzaam een laaiend vuur van diep - oranje vlammen." Deze vorm van dichtkunst is ook een zeer opmerkelijk teeken des tijds !! Nog een waarschuwend luchtverschijnsel. Einde Maart van dit jaar heeft men in Sta- vanger en op vele andere plaatsen in Noorwe gen, ja ook op verschillende plaatsen in Dene marken een hoogst eigenaardig verschijnsel waargenomen, dat bij de toeschouwers een ijzingwekkende stemming heeft veroorzaakt. Een correspondent van het blad „Tidens Tegn" vertelt van het fenomeen, dat in Grïnstad in Noorwegen waargenomen is, en dat de men- schen daar zeer onder den indruk waren van wat ze gezien hadden. Het was een groote, schijnende gedaante, gelijkend op een reuzen-, slang, die zich in Noord-Westelijke richting be woog. De slang had vier of vijf kronkelingen, die omlijnd waren door schaduw, maar overi gens was de slang helder schijnend, en er was geen enkele wolk aan den hemel. De kop was gekeerd naar de aarde. Ook het „Stavanger Af tenblad" van 26 Maart geeft een uitvoerig ver slag van het gezicht dat op die plaats 's avonds tusschen 8 en 8.30 zichtbaar was. Uit de plaats Evje is medegedeeld dat ook daar hetzelfde verschijnsel is waargenomen, en eenige weken later is op deze plaats een ander teeken aan den hemel zichtbaar geweest, in den vorm van het jaartal 1938, dat in vlammend schrift duidelijk zichtbaar was. Incident in een kerk te Hessen-Nassau. Een Evangelische persdienst geeft het volgend bericht over een incident in de Evangelische Kerk te Hessen - Nassau : In de gemeente Affolterbacht in Hessen-Nas sau bestond sedert anderhalf jaar een vacature. Thans zou een jonge predikant uit de Belijde nis-beweging zijn intree houden en werd door de kerkeraad naar de kansel gebracht. Toen hij op de kansel stond, begonnen plot seling de klokken te luiden ; de groepenleider der N.S. D. A.P., een jonge predikant der Duit sche Christenen" en een „Oberlandes-Kirchenrat", beiden in ambtelijk gewaad, kwamen met een aantal Duitsche christenen demonstratief de kerk binnen. Terwijl de jonge predikant inmiddels tot de gemeente sprak, ging de „Oberlandes- kirchenrat" naar het altaar en verzocht de ge meente, te zingen „Liebster Jesu, wir sind hier". Van het gezang kwam echter weinig terecht. De gemeente gaf haar verontwaardiging over deze onderbreking van den dienst duidelijk te kennen. De pianist van het altaarstheater te Darmstadt schoof den dienstdoenden organist terzijde en begon het verlangde gezang te spelen. Hierop stonden de gemeenteleden der Belijdende Kerk op en verlieten het Godshuis, om buiten den dienst voort te zetten. De jonge predikant sprak woorden van troost en bemoediging. Drie dagen later kreeg hij van de Geheime Staatspolitie het bevel, de plaats zijner werk zaamheid te verlaten. Zulke dingen beleeft men in het Derde Rijk ! Overgenomen uit: „De Kerkbode". 1 * - • - 8 - Verscheidenhei d der gaven. Wel ieder oprecht Godskind treurt heden ten dage over verscheurdheid en oneenigheid in het leger der geloovigen : Is 't niet bedroevend te zien hoe de een den ander niet verstaan kan, hem niet erkennen en waardeeren wil ? Ja, hoe ook onder predikers en leiders de liefde ont breekt ? Ligt niet de oorzaak daarin dat men overziet wat Paulus in 1 Cor. 12 zegt over de verschei denheid der gaven en ambten? In de gemeente van Christus bestaat er, buiten het Apostelschap, het viervoudig ambt van: herder, leeraar, evangelist en profeet. Men moet zichzelf onderzoeken tot welk ambt men geroepen en bekwaam is. De Apostel Paulus waarschuwt er tegen, in eens anders ambt in te grijpen. En ieder behoort zijn plaats in de Gemeente te kennen. Wie tot leeraar of herder geroepen is, die verachte hem of haar niet die de gave van een evangelist of profeet bezit. Wij hebben zoowel het een als het ander van noode. Evenzoo de verschillende Geestesgaven. Zij zijn allen van God gegeven om de gemeente te dienen, en niemand mag ooit met gering schatting over deze gaven spreken. i) M ® <^-A-< © <&~^**@ @>*^'<© © Itój ^•4 Kleine Lichtjes. ¥Vi\ De Christen, die wandelt in algeheele gehoorzaamheid aan den Eénen, Die zijn Heer is, zal ondervinden, dat hij op de zelfde wijze zal behandeld wor den als men Jezus behandeld heeft. Hij zal ook met een door nenkroon worden getooid ; en hij zal ook zijn lijdensweg moe ten betreden - en het zal een weg van zegening zijn door zijne zelfovergave en door het storten van zijn hartebloed. Het zal ze gen brengen, en redding en vrede, aan hen, die hem nu ver werpen en bespotten. J. STUART HOLDEN. Ook het lichaam bestaat uit verscheidene leden. Hoe dwaas zou 'jt zijn wanneer iemand mocht wenschen dat al zijn ledematen dezelfde vorm zouden hebben en hetzelfde werk doen. Hoeveel verschilt de voet van het oog — en toch heeft men beiden noodig om te kunnen gaan. De Gemeente van Christus heeft oogen noodig die Gods visioenen aanschouwen, voeten, om de zielen te zoeken en handen die ze aan den voet van 't Kruis brengen. Lieve Broeders en Zusters, behartigt hetgeen Paulus geschreven heeft in 1 Cor. 12. Laat ons niet vergeten dat de H. Geest vele ambten en gaven uitdeelt aan de Gemeente des Heeren, zoodat geen enkel lid van Jezus' lichaam het andere verachten mag. Het lichaam des Heeren wordt zwaar bescha digd, wanneer de leden zich niet tot één dienst verbinden-wanneer zij zich van elkander scheiden. Mede - lijden, mede-dienen, verzamelen, niet verstrooien - tezamenvoegen, niet verscheuren, dat is de taak van alle geloovigen, ook de uwe, ook de mijne. Uit: „Die Verheissung des Vaters." Vert voor G. S Wij hebben in deze dagen noodig een groote Goddelijke liefde, die ons op de knieën voor God zal brengen, en ons zonder vrees de groote machten der duisternis zal doen aanvallen, om degenen, die in hun ziel of lichaam verdrukt worden, te redden uit de handen van den te genpartijder. Wij kunnen, gelijk de weduwe vanouds, dag en nacht roepen tot onzen grooten en rechtvaardigen Rechter die beloofd heeft, dat Hij „Zijn" uitverkorenen haastelijk recht doen zal." Uit „Confidence". Zegt onzen Heer niet: „Klem U aan Mij vast; blijf in Mijne gemeenschap, leef geheel in Mij, en met Mij, en vóór Mij, en de Vader zal u zeker geven wat gij begeert!" ANDR. MURRAY. Geef mij honderd predikers, die niets vreezen dan de zonde en niets verlangen dan God,-en ze zullen de poorten der hel doen schudden. JOHN WESLY. > — 9 *&> < • God openbaart Zijn bedoelingen aan hen, die ingaan in het heiligdom, waar Zijne schatten verborgen zijn. Zij, die geleerd hebben daar binnen te treden door het Bloed van Jezus, zijn niet langer vreemdelingen voor Hem. Zij leeren iets er van kennen wat het beteekent: „En de Heere sprak tot Mozes, gelijk een man met zijn vriend spreekt." V. D. M. (Uit „Spade Regen"). Goddelijke genezing is niet het opgeven van medicijnen of het vechten tegen dokters, of het zien op de mannen en vrouwen, die Goddelijke genezing leeren. Maar het is het waarheid ont vangen van het persoonlijk leven'van Christus in ons, als de bovennatuurlijke kracht van ons lichaam. Het is een levend feit en niet slechts eene theorie of leerstuk. A. B. SIMPSON (Heiligmaking). Berichten van het Arbeidsveld. Doopfeest te Madioen, 4 - 11 - '35. Halleluja! De Heer heeft ons op dezen mor gen weer 25 zielen toegedaan ! Wij loven en prijzen Jezus' heerlijke Naam! Zijn kracht open baarde zich machtig in ons midden ! Voor dezen morgen kwam onze Zr. Alt. met Br. Liem Hong Bo van Kediri, om hier in ons midden den Heiligen Doop te bedienen. Van heinde en ver kwam men om dien Doop te ondergaan en ons feest op te luisteren ! O, de Heer heeft ons heerlijk gezegend! Dat mochten sprekers en hoorders ervaren ! Zr. Alt bracht ons het heerlijke woord uit Rom. 6:2-7, waarin het ons door Paulus zoo duidelijk gemaakt wordt, dat indien wij mèt Christus gestorven zijn, wij mèt Hem leven zul len ! O, laat ons bidden, dat al onze nieuwe doopelingen in hun doop ook hun oude leven begraven hebben, opdat zij uit dit graf mèt Christus mogen opstaan en het nieuwe leven beginnen. Wij vergeten zoo licht, dat nu ook alles in dat watergraf is begraven en wij in Christus' kracht zijn opgestaan en met Hem leven ! Laat ons steeds opmerkende zijn op die groote liefde van onzen God en Vader, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon zond om dit alles voor ons te verwerven. Nu staat ons de weg tot onze volle verlossing open ! Na het woord van Zr. Alt. zong ons zang koortje de drie eerste coupletjes van No. 799 uit den bundel van Joh. de Heer En na het gebed, waarin onze doopcandidaten nogmaals aan den Heer werden opgedragen, ging men tot den H. Doop over. Vijfentwintig zielen leg gen weer hun oude leven af! Geve de Heer, dat zij allen standvastig mogen blijven in hun keuze. - Hierna hadden wij enkele heilige oogen- blikken met onzen Heiland bij de bediening van Zijn H. Avondmaal, dat wij mèt Hem mochten gebruiken. Het was mij, als op het oogenblik van het laatste avondmaal dat de Heer met Zijn 12 discipelen hield! O, de Heer zij geloofd en geprezen voor Zijn groote liefde. Tot slot hadden wij nog samen een liefdemaal doorliefdehanden bereiden samengebracht. Om half één gingen de laatste gasten heen, met 's Heeren liefde in het hart en door Gods zegen achtervolgd. God zegene al onze lieve Pinksterkinderen ! is de bede van Uw Zuster H. JANSZ. Ponorogo. Op deze plaats mochten wij het nieuwe zaaltje van de Pinksterzending openen. De opkomst was zeer goed en voor de deur verdrongen zich de inlanders toen zij bemerkten dat er Javaansch gesproken werd. Velen bleven luisteren tot het eind. O, mocht de Heer het uit gestrooide zaad zegenen, tot eer van Zijn Naam! Solo. Ook te Solo hebben we een nieuwe zaal; veel aardiger dan de vorige en ook ruimer. Ook daar als gewoonlijk een goede opkomst en een gezegende ure. Halleluja! Malang. Op vriendelijke uitnoodiging van het Bestuur van den Bond v. Evangelisatie, die een 4daagsche conferentie te Malang hield mocht schrijfster dezes een spreekbeurt vervullen, op den avond van 8 November in de Sociëteit Concordia. De zaal was geheel gevuld met een Europeesch publiek dat hoogst aandachtig de prediking volg de. Hoeveel gemakkelijker en vlotter zijn deze geheel in de Hollandsche taal gevoerde samen komsten, dan onze gemengde meetings, waar men in verschillende talen het Woord moet brengen. Toch zouden wij die niet gaarne wil len missen; de verschillende naties bijeen te vergaderen onder de vleugelen des Evangelies blijft toch het doel van Pinksteren ; de naam P'mksterzending duidt ons streven voldoende aan. Het was een rijk gezegende avond. Br. v. d. Bovenkamp behandelde het eerste onderwerp van dien avond : „De grondwet van den Koning", op uitstekende, treffende wijze. Daarna volgde ondergeteekende met een prediking over: „De eerste strijd van den Koning." Het waren twee machtige, indrukwekkende onderwerpen dien avond, en de Geest des Heeren was in ons midden. Het zangkoor van de Pinksterzending te Ma lang onder de uitstekende leidingvan onzen Br. Lammerée, gafeenige heerlijke liederen ten beste. Ook voorde twee volgende avonden was het zangkoor uitgenoodigd. Het was een genotvolle en gezegende samenkomst; volgens de recensies in de courant moet de geheele conferentie bij zonder geslaagd geweest zijn. - 10 \ Salatiga. Br. de Graaff meldt ons dat te Sa- latiga den 8en Sept. een doopfeest heeft plaats gehad, waarbij 23 zich den Heere toewijdden, waarvan 12 brs. en zrs. van Salatiga, 4 van Solo en 7 van Semarang. Halleluja! Jac. 1:6-7, lezen wij, dat indien wij twij felen, wanneer wij God iets vragen, wij het niet zullen ontvangen. Jezus zegt ons in Mark. 1 l1j2/ dat als wij willen gelooven, wij zullen ontvangen wat wij vragen, want wanneer wij het biddende begeeren, zal het ons geworden. Satan wil niet, dat wij het goede zullen krijgen, dat God ons beloofd heeft. En hij weet, dat wij het krijgen zullen ais wij doen, wat God ons zegt te doen. Dus doet satan dadelijk zijn best om ons aan het twijfelen te brengen, opdat wij op deze wijze verliezen wat God ons aanbiedt. Twijfelen beteekent niet botweg Gods Woord en Zijn beloften te verwerpen of ongeloovig te zijn, maar het is onze zucht om, als het kan, een bewijs van God te ontvangen als aanvulling van Zijn Woord. Een verandering te willen voelen, dat is twijfelen. Het beteekent, dat wij wel Gods Woord gelooven . . . maar, wij wenschen zeker te zijn, dat wij ons niet vergissen dat het op A l UI-I • dat oogenbhk voor ons is. Te gelooven dat God het zal gaan d.o.en of het wiL doen, is twijfeleiK Jezus zeide, dat alles volbracht was, toen Hij aan het Kruis hing, en in 2 Petrus 1 : 3 lezen wij, dat God ons reeds •alle dingen gegeven heeft, die tot het leven en "'de godzaligheid behoö'rën en dit beteekent alles, wat wij ooit voor lichaam ziel en geest noodig zullen hebben. Te gelooven „dat God het eens zal gaan doen", is twijfelen aan Zijn getrouw Woord, hetwelk zegt, dat het gedaan is en gg^ a geven is, en dat wij het ontvangen als wij bid-" den. Er nogmaals om te'lbidden, of anderen te vragen" er nogmaals voor te biddlsirfs'zooveel als Jezus' eigen woorden in twijfel te trekken : „Wanneer gij bidt, gelooft, dat gij het ontvangen hebt. . ." Ook wij vragen niet voorde tweede of de derde keer aan menschen om wat ze ons reeds gegeven hebben. Waarom zouden wij God, die getrouwer en onveranderlijker is dan eenig ïtiensch, minder vertrouwen dan wij het goede eerlijke menschen doen? Denk eens, hoe wij Zijn hart wonden door zoo te doen. Wij twijfelen, wanneer wij onwillig zijn om aan te nemen, en om te blijven volhouden, dat wij het nu reeds hebben. God zegt ons, om te gelooven, dat wij ontvangen als wij bidden, en dan ons geloof te belijden door te zeggen dat wij het hebben, en *de belijdenis van ons geloof vast te houden door niet op te houden te zeggen, dat wij het nu "hebben, Satan doet zich voor als een heilig persoon en zegt, dat als gij beweert het te bezitten, en de menschen het niet zien, men denken zal, dat gij een leugenaar zijt. Jezus zeide, dat als wij gelooven, -4ar wij het ontvangen wanneer wij bidden, riet ons zal ge worden. Hij gebiedt ons, de dingen die niet zijn te roepen alsof zij er waren en God liegt nim mer en laat ook nimmer iemand liegen. God geeft het waarlijk op het oogenblik, dat wij ge- ; , tlooven het te ontvangen . . . maar als wij twij- 'felen werpen wij het weg, precies als Petrus de kracht om op het water te loopen wegwierp, toen hij twijfelde en acht begon te geven op het water en den stormwind. Wat willen we doen . . . God gehoorzamen door precies te doen wat God ons gebiedt, en de blijde ervaring te hebben van de dingen te ontvangen waar wij om hebben gebeden, of te doen wat Satan ons zegt en als Petrus alles weg te werpen ? Als wij angstig zijn en bezorgd, dan twijfelen wij. De Bijbel zegt, dat als wij gelooven, wij de rust ingaan. Als wij werkelijk gelooven, dat wij ,• het jut hebben' dan zijn wij zoo rustig, tevreden ij en onrjezorgd, precies zooals wij zijn zouden,/ wanneer wij zouden kunnen zien en voelen dat ; ; ; ' wij het bezitten ... . En nu twijfelen wij. Wijf zijn niet bepaald ongeloovig aan Gods Woord,| maar wij twijfelen omdat wij er niet zoo zeker van zijn, dat wij het nu bezitten ; of wij twijfelen omdat wij zekerder zouden zijn, wanneer wij het zien en voelen konden .. . De Bijbel zegt dat Oods Woord zekerder is dan wat onze oogen zien of onze handen tasten. Onze oogen en gevoelens hebben ons bedrogen. Wij dachten dat wij wat zagen en het is gebleken wat anders te zijn en wij meenden te voelen dat het zus of zoo was en wij bleken ons vergist te hebben, maar God bedriegt ons niet. Hij heeft het nimmer gedaan en zal het ook nimmer doen! Wanneer wij Zijn Woord gelooven en^ehoorzamerTBTi[I<t het ons altijd te brengen wat God zegt. Als wij niet danken, prijzen en ons verheugen, 3aF wij nu hebben wafwij verlangen, dan twijfelen wij. "Jezus betaalde zulk een verschrikkelijke prijs van schande, leed en hoon, om alle dingen voor ons te koopen, die ons in den Bijbel geboden worden en dan vraagt Hij ons in Ópenb. 22:17 om te nemen van het Water der Levens, dat alles inhoudt wat Hij voor ons kocht, en noodigt u om vrijelijk te nemen alles wat gij noodig ,,. r /**tM nul «MP—W a hebt . . . niet alleen een weinigje, maar al wat gij behoeft. Hoe neemt gij deze dingen die God ons aanbiedt ? Door oprecht te gelooven, dat gij ze werkelijk ontvangt als gij bidt. Het geloof is als onze "Hand. "Wij grijpen dingen met de hand en houden ze vast zoolang als wij de hand gesloten hou den. Maar als wij haar openen verliezen wij wat zij vasthield. Onze geloofshand neemt en houdt in zich wat wij vast gelooven ontvangen te hebben op 't gebed. Maar wanneer wij twijfelmoedige ge dachten plaats geven openen wij onze hand, en datgene wat God ons waarlijk gegeven heeft en wij waarlijk ontvangen hebben, valt er uit en niemand draagt de schuld van dat verlies dan wijzelven. Satan liet het ons doen. Hoe dom van ons, om op Satans inblazingen acht te geven. Het is immers alleen zijn doel ons ongehoorzaam te doen zijn aan God opdat wij ons Zijn heerlijke beloften niet zullen toe eigenen. Hoe wijs zouden wij handelen indien wij iedere twijfelmoedige gedachte negeerden en op God vertrouwen, die alle dingen weet en geen fout kan maken. Wij moesten Zijn Woord ge looven, omdat Hij nimmer liegt of verandert en staan en pleiten op 1 Joh. 5:14-15 waar wij lezen dat God ons hoort en wij dus weten wat wij hebben. Hij geeft ons alleen wat goed voor ons is en wij ontvangen het in 't geloof en willen Satan niet toelaten ons te doen twijfelen op welke wijze ook. (Jak. 1). God zegt, dat als wij twijfelen, wij niets hoe genaamd zullen ontvangen, Zijn Onveranderlijke Wet voor degenen, die gehoorzamen is: . . . „U geschied naar uw geloof." O, laat ons God gelooven en Hem nimmer ongehoorzaam zijn of twijfelen, dan zullen wij ook de heerlijke beloften ontvangen, die Hij ons aanbiedt en die wij zoozeer van noode hebben. Uit het Engelsch vertaald door F. A. ABELL. Onze cosmopolitische Pinksterkringen. „Je moet niet naar die Pinkstersamenkomsten gaan, daar komt letterlijk iedereen." zoo wordt vaak onder Europeesche Christenen gezegd, en men heeft hier 't oog op onze z.g.n. „gemeng de diensten", waar Javanen, Chineezen, Amboi- neezen, Menadoneezen, Europeanen en welke andere natie nog meer ons schoon Insulinde mag bevolken, aanwezig zijn. Men vergeet dat Openb. 7:9 ons duidelijk en nadrukkelijk zegt, wie er alzoo in den hemel zullen zijn : En ik zag een groote schare die niemand tellen kon, uit alle natie en geslachten en volken en talen, staande voor den troon en vóór het Lam." en Openb. 5:9: „Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht en taal en volk en natie." Geslacht, taal, volk en natie - het is een vier voudige herhaling, alsof de H. Geest ons ter dege op 't hart wil drukken dat wij, kinderen Gods, onverschillig van welke kleur of volk, bij elkander hooren f Wanneer wij ons lijft beneden schamen om naast een armen Chinres of Inlander te zitten - hoe zullen wij dan eenmaal tot die cosmopoli tische schare hier boven kunnen behooren? Deze lieve, vrijgekochte zielen zouden tot ons Europeanen kunnen spreken : „Op aarde hebt gij u voor ons geschaamd, thans hebt gij geen recht een plaats onder ons in te nemen." Dat wil nu weer niet zeggen dat wij verplicht zijn iederen bedelaar aan onze tafel te laten aanzitten of de bedienden toestaan in onze slaapkamer te logeeren-er zijn altijd grenzen die men niet moet overschrijden. In de samenkomsten echter, onderde klanken des Evangelies en geleid door Denzelfden Geest die steeds aanwezig is waar geloovigen verga deren, valt ieder stands- of rangsverschil weg. Wij zijn allen één in Christus, vrijgekochten door het Bloed des Lams en een hartelijke liefde moet ons samenbinden. God helpe ons den waren zin van het Evangelie recht te verstaan. Het hier volgend stukje dat ik overnam uit een Hollandsch blad, gaf mij boverstaande woorden in de pen. De Broedergemeente heeft de wil van Hem, die „aanzat met tollenaren en publieke vrouwen" goed begrepen. Onder groote belangstelling heeft de Broe dergemeente haar tweehonderd-jarig bestaan gevierd. Het is eigenaardig om te bedenken, dat we tweehonderd jaar geleden in onze chris telijke kringen den Herrnhutters kwalijk namen, dat zij negers, eskimo's en indianen wilden kerstenen. Er bestaat een brief, neen maar, een brief, die ons allen wel met groote schaamte zal vervullen, van de classis Amsterdam der Ned. Hervormde kerk, waarin deze schrijft aan de broeders, dat het wel schijnt alsof ze den ken, dat Gods Hemel een open tuin is, waar ieder maar kan binnenkomen ! De Broederge meente heeft zich aan zulk schrijven niet ge stoord, ze arbeidde onder de slaven in Noord en Zuid-Amerika, onder de indianen, onder de eskimo's, onder de boschnegers. De indianen scalpeerden er elf en de eskimo's vermoordden er zes, en in West-lndië lagen negentien zen delingen'dood ter neer, voordat ze één woord over Christus hadden kunnen spreken Maar tot op dezen dag is de zegen, dien deze ge meente gebracht heeft, groot en de Herrnhutters zijn het waard, dat we dezen feestdag met hun herdacht hebben ! M. A. — 12 — Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding, en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende. Fil. 3: 10. In Filippensen 3 vers 10 vinden we een van de kostbare geheimen opgeteekend, waardoor we „het beeld van Qods Zoon gelijkvormig" kunnen worden; waardoor we Jezus kunnen leeren kennen als onzen Bruidegom-en dit ge heim bestaat hierin, dat we Hem leeren kennen in de gemeenschap Zijns lijdens". Het is een zeer liefelijke kostelijke genade, dat we ge meenschap mogen hebben met Jezus in Zijn lijden; en we kunnen daaraan nog toevoegen, dat zonder zulk eene gemeenschap in Zijn lijden, wij nooit Zijner waardig kunnen worden als onzen Bruidegom. Gods Woord zegt; Indien wij met Hem ge storven zijn, zoo zullen wij ook met Hem leven. Indien wij verdragen, wij zullen ook met Hem heerschen (11 Tim 2:11, 12). Hier vinden wij tweeërlei ervaringen. De eer ste is: „met Hem gestorven, gekruisigd" en „te niet gedaan" (Rom. 6:6); terwijl de tweede is: „met Hem lijden." Het is op deze twee „voor waarden - met Hem te sterven, en met Hem lijden-dat we met Hem zullen leven en heer. schen in het toekomende leven: „En zij leefden en heersenten als koningen met Christus, de duizend jaren." Wij zijn „erfgenamen van God en medeërfgenamen van Christus, zoh> wij an ders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden." (Rom. 8:17) Het is een deel van onze roeping om met Christus te lijden. Heerlijke gedachte! Watstel len geliefden meer op prijs dan het voorrecht, elkanders lijden te mogen deelen ? O, dat is een zalige gemeenschap! Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voor beeld nalatende, opdat gij Zijne voetsporen zoudt volgen," (1 Petr. 2:21) Lijden terwille van de gerechtigheid, is het eenige pad, dat leidt naar Zijn Troon, de verheven plaats voor de Bruid. Maar op welke wijze wandelen wij in Zijne voetstappen ? Antwoord : „Die, als Hij geschol den werd, niet wederschold, en als Hij leed,, niet dreigde ; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardig oordeelt. (1 Petr. 22:3) Dus: lijden niet terwille van onze fouten, maar op onrecht vaardige wijze, omdat wij goed doen. „Want wat lof is het, indien gij verdraagt, als gij zondigt, en, daarover geslagen wordt? Maar indien gij daarover lijdt, dat is genade bij God. Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt, lij dende ten onrechte (vr. 20 en 19). „Dewijl dan Christus voor ons in het vleesjrh geleden heeft, zoo wapent gij u ook met dezelfde gedachte." (1 Petr. 4:1) n. 1. om Zijnentwil te lijden. Stel het bij uzelven vast, „allen, die Godzalig wil len worden in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden." (11 Tim. 3:12) en heet dan alle lijden welkom, dat u tegenkomt om Christus' wil. Halleluja! Op welke wijze moeten wij het lijden om Christus' wil dragen? in welkerf geest?-We moeten het gewillig en blijmoedig doen; het als een voorrecht beschouwen „Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloibven, maar ook voor Hem te lijden" (Fil l:29)-0, gezegend zij Zijn Naam voor eeuwig! Ja, het is een wonderbaar voor recht voor detf Zoon van God te mogen lijden! Welk een heerlijke gemeenschap met Hem is er in dat lijden ! Een^ trouwe bruid voelt de innigste gemeen schap met haar geliefde, wanneer zij in de ge legenheid is om voor hem te lijden, en dat is meteen de toets van ware liefde. Evenzoo wordt in het lijden om Christus' wil eene' innige gemeenschap, ja eené ware éénheid met Hem geboren, die men zich anders niet bewust zou zijn geworden. ê 13 - Sommigen zijn gewillig om voor Hem te lij den, wanneer het niet anders kan. Maar toen de discipelen Paulus zochten over te halen om het lijden uit de^ weg te gaan, antwoordde hij: .„Wat doet gij, dat gij weent, en mijn hart week maakt? want ik ben bereid, niet alleen gebon den te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor den naam van den Heer Jezus. (Hand. 21:13). Christus heeft ons' gewonnen door gemeen schap te hebben aan ons lijden, toen Hij nl. •ons vleesoh en bloed deelachtig werd" (Hebr. 2:14.18:5,7,9.) en „Zich vernederde, gehoorzaam geworden zijnde tot de,n dood, ja, depf dood des kruises. (Fil. 2:6,8.) En nu, als we Hem willen winnen als onzeil Bruidegom, dan moe ten we „de gemeenschap Zijns lijdens" leuren kennen. De Apostel zegt, dat we hiertoe geroepen zijn, nl. om voor Hem te lijden. Wij moeten ons verblijden, wanneer we deel ikrijgen aan Zijn lijden. Tegenwoordig morren velen daarover; terwijl anderen met een lang, Ireurig gezicht, uitweiden over al wat ze ter wille van Christus hebben moeten dragen. Maar geloofd zij God! er zijn enkelen hier en daar, die de ware beteekenis en het vorrecht van het lijden voor Hem inzien. Verlicht door den Oeest der heerlijkheid gaan ze met uitroepen van overwinning en met gro^te vreugde de gemeen schap Zijns lijdens tegemoet. „Geliefden houdt u niet vreemd over de hitte der verdrukking onder u, die u geschiedt tot verzoeking alsof u iets vreemds overkwame: maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzoo verblijdt u, opdat gij ook in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen. Indien gij gesmaadt wordt om den naam van Christus, zoo zijt gij zalig; want de Geest der heerlijkheid en de. Geest van God rust op u." (Petr. "rSTlB) ^ T t V * Evenals Christus „het kruis heeft gedragen en de schande veracht terwille van de vreugde, die Hem voorgesteld was", zoo moeten ook wij met Paulus „het daarvoor houden, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waar deeren (niet opweegt) tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden." (Rom. 8:18) Indien wij eend openbaring krijgen, zo0als Paulus had, van de heerlijkheid die op ons lij den zal volgen, zogi zouden de publieke opinie en het verlangen naar eigen eer geen invloed meer op ons kunnen uitoefenen, al zouden we ook met dezelfde scheldnamen genoemd wor den, die onze Heer ontving.-Ja, dat zou delf martelaarsgeest in ons levend doen worden, en we zouden het als een voorrecht achten, indien we voor onzeil Heer op het schavot mochten sterven. Willen we zien, welk lijden Paulus moest on dergaan, laat ons dan Rom. 8:35-39 opslaan, en vers 11 Cor. 6:4-10 en 11:23-28. Wat een rijke zegen zal het voor hem geweest zijn te kunnen zeggen: „Hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht" en dan nog een stap hopger te doen en te zeggen : Ja ge wis, ik acht ook alle dingen schade te zijn om de uitnemendheid der kennis van Jezus Christus, mijn Heer," en dan daarop: „Opdat ik Hem kenne en de gemeenschap "Zijns lijderts." (Fil. 3:7.10) Welk een vreugde, welk genot, welk een troost vond hij in dat lijden voor Christus! Wie zou dat niet ook begeeren ? Wie zou dat willen missen ? Als Christus het onbevlekte Lam van God, door lijden moest geheiligd worden (Hebr. 2:10) nog veel meer zal dat met ons het geval moe ten zijn. De God aller genade die ons geroepen heeft tot Zijne eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, die volmake u," (1 Petr. 5: 10). Chris tus, hoewel Hij de Zoon was, heeft nochthans gehoorzaamheid geleerd, uit hetgeen Hij heeft geleden." (Hebr. 5:8 en 9) Volmaakte gehoorzaamheid in het lijden om Christus' wil-dat was de volmaaktheid waar naar Paulus zich uitstrekte (Fil. 3:12) door Hem te willen kennen in de gemeenschap Zijns Lij dens. De volmaaktheid der gehoorzaamheid on der tegenspoed en moeilijke omstandigheden. De volmaaktheid van Jezus Christus! Indien wij gevonden worden zittende op Zijn Troon en met Hem regeerende in de toeko mende eeuw blijmoedig en met liefde de ge meenschap Zijns lijdens ingegaan zijn in dit leven hier op aarde, zonder morren of klagen, maar met blijdschap en met den kreet der overwinning. E. T. SLA1JBAUGH. Uit „The Bridegroom's Messenger." (Heiligmaking) yfë'.HtC'. God s Geest werkt door 1 â„¢'!$i!yfé In de gemeente van Mrs. Mac Pherson komen nog steeds vele teekenen en wonderen voor. De laatste berichten melden dat verscheidene doofstommen door den Heere geheeld zijn. Een jongen van 12 jaar, doofstom vanaf zijn geboorte, werd door zijn moeder naar voren gebracht. Het kind werd door Mrs. Mac Pherson de han den opgelegd in den naam van Jezus en het behaagde God zijn tong los te maken. De zuster sprak hem voor: „Loof den Heer," en hij zeide 't haar duidelijk na. De moeder, zielsverrukt, drukte den jongen aan haar hart en schreide: „Zeg dat nog eens-zeg dat nog eens!" en wederom sprak hij duidelijk : „Loof den Heer." *• * v Hoewel onze Hollainische aard in conflict komt met het Amerikaansche karakter en wij ook, met den Bijbel in de hand, zeer veel in het optreden van Mrs. Mac Pherson moeten afkeuren, mogen wij toch wel aannemen dat veel van hetgeen van en over deze vrouw gezegd is en geschreven, op pure laster berust. Ze schijnt, ondanks al hare fouten, toch oprecht te zijn in haar dienst voor Qod. Een Hollandsche broeder die te Los Angeles (Calif.) woont, schreef mij eens : „Ik heb mijn Heiland gevonden tijdens een meeting van Zr. Mac Pherson en ik kan getuigen dat mijn bekeering echt is. Haar woord trof mij in de ziel en 't behaagde God mij te redden. Echter, na eenigen tijd hare meetings bezocht te hebben, kon ik er niet aarden Dat wereldsch gedoe, dat komediespel op 't podium, het stuitte mij tegen de borst. Haar neiging er jong en bekoorlijk uit te zien, ofschoon zij de 40 reeds gepasseerd is-de ijdele vertooning harer mede werkers (sters), de weelde ten toon gespreid in Steeds wassend Geloof. % (door Evangelist Smith Wigglesworth). r (Vervolg van hoofdstuk XV). ® De Heer roept ons dezen weg. Ik dank God voor moeilijke gevallen. De Heer heeft ons ge roepen tot een innige vereeniging met Hem zelf; Hij wil, dat Zijn Bruid één van hart en één van Geest met Hem is en doen zal, wat Hij zelf gaarne deed. Genoemd geval moest een wonder " zijn. De longen waren verteerd en aan flarden, maar de Heer gaf nieuwe longen, die volmaakt gezond waren. Daar is een vrucht des Geestes, welke moet samengaan met de gave van gezondmaking en dat is lankmoedigheid : De man die zich aan God overgegeven heeft, om door Hem gebruikt te worden bij de gene zing van kranken, moet een lankmoedig mensch zijn. Hij moet voor een iedereen een woord van troost hebben. Indien de zieke zich ellendig en hulpeloos voelt en niet op alles denzelfden kijk heeft als gij, dan moet ge geduld met hem hebben. Onze Heere Jezus Christus, was vol mededoogen en in Zijn leven en werken toonde Hij Zijn voortdurende lankmoedigheid en wij haar „Tempel"-het doet alles een kind van God' onaangenaam aan, omdat het lijnrecht in tegen spraak is met de leer van Hem, die geen plaats had waar Hij 't hoofd kon nederleggen." Toch, wie zal oordeelen ? Haar Bijbelstudie,, meetings, zangkoren zijn duizenden tot zegen geweest. Straks, wanneer de Heer des oogstes op den witten troon zal gezeten zijn, zullen wij eerst weten of haar werk waardevol was of slechts kaf dat verbrand moet worden. Mrs. Mac Pherson is ontegenzeggelijk een bewonderenswaardige persoonlijkheid, met een' groot organisatie-talent. Of zij werkelijk „een boom" is, „geplant aan waterbeken," zal de Heer oordeelen. Wie is het die verdoemt? Christus is het, die gestorven is die ook opgewekt is- die ook voor ons bidt. Rom. 8:34. M. A. moeten ditzelfde bereiken, indien wij hulp moeteiv brengen aan dengenen, die haar behoeven. Het kan somtijds gebeuren, dat ge, bij het bidden voor de zieken, schijnbaar ruw zijt. Ge hebt echter niet te maken met een persoon,, maar met de Satanische machten, waardoor de zieke gebonden wordt. Uw hart is vol liefde en mededoogen voor allen, maar ge wordt tot heiligen toorn gebracht, als ge ziet, welk een plaats de duivel ingenomen heeft in het lichaam van den zieke en daarom tast ge hem daar krachtig aan. Op een dag zag ik een dame haar huis uit komen, gevolgd door een aardigen hond die al maar om haar heen rende. Zij zei tegen het dier: „Neen, vandaag mag je niet mee". De hond kwispelde met de staart en maakte een gewel dige drukte. Zij zeide nu: „Kom, ga nu naar huis!" Maar de hond dacht er niet aan. Einde lijk riep zij ruw: „Naar huis," en toen pas ging hij. Sommige menschen behandelen den duivel op soortgelijke wijze. De duivel stoort zich niet aan de vriendelijke woorden, die gij tot hem' spreekt. Werp hem uit! Ge hebt niet te maken' met den persoon van den zieke, maar met den duivel. Een demonische macht moet uitgedreven worden in den naam van den Heer. Ge staat altijd op het goede standpunt, wanneer ge een ziekte behandelt, alsof ge te maken hebt met den duivel. Vele ziekten zijn een gevolg van de een of andere verkeerde gedraging; er is iets niet in den haak, er is op een of ander gebied een verzuim gepleegd en Satan zag zijn kans schoon, om binnen te komen. Het is noodig dat ge berouw hebt en bekent, op welk punt ge den duivel een plaats ingeruimd- hebt, en dan kan ingegrepen worden. Wanneer ge te maken hebt met een kanker geval, zie dan in, dat het een levende booze 15 geest is, die bezig is, het lichaam te verwoesten. Ik moest eens te Los Angeles bidden voor een vrouw, die aan kanker leed en zoodra ik de -ziektemacht bestraft had, hield het bloeden op. De oorzaak der ziekte was weggenomen. Het •eerstvolgende, wat nu gebeurde, was, dat het natuurlijke lichaam de doode stof uitstootte, aangezien het daar geen plaats voor had. Die stof kwam naar buiten met tienduizenden ve zeltjes. Al deze vezeltjes hadden in het vleesch vastgezeten. Deze booze machten trachtten, het lichaam verder aan te tasten, maar op hetzelfde oogenblik, dat zij vernietigd werden, hield hun werking op Jezus zeide tot Zijn discipelen, dat Hij hun macht gaf, om in de kracht des Heiligen Geestes de gevangenen van Satan te ontbinden en de verdrukten vrij te laten. Zie, welke uw plaats is in de eerste brief van Johannes en verklaar: „Meerder is Hij, Die in mU is dan hij, die in de'wereld is." Erken ja,^ Tïat het niet gijzelf zijt, die moet afrekenen met de kracht des duivels, maar de Meerdere, Die in u is. O, welk een beteekenis heeft het, van Hem vervuld te zijn. Oe kunt niets uit uzelf doen, maar Hij. Die in ü is, zal de overwinning behalen. Uw persoon is de tempel van den Geest geworden. Uw mond, uw verstand, uw geheele Wezen wordt gebruikt door den Geest Gods, Die daarop inwerkt. Men had mij verzocht, een bepaalde stad in 'Noorwegen te bezoeken. De zaal bood ruimte aan ongeveer 1500 personen. Toen ik binnen trad, was de zaal reeds stampvol en honderden •trachten er nog in te komen. Er waren eenige politieagenten aanwezig. Ik begon allereerst te spreken tot de menschen, die buiten het gebouw stonden. Daarop zeide ik tot de politiemannen: „Het hindert mij erg, dat er meer menschen buiten dan in de zaal zijn en ik voel, dat ik hen toespreken moet. Zoudt ge mij de markt niet kunnen geven, om daar te spreken?" Zij gaven me echter de beschikking over een groot park en nadat daar een flinke verhooging opgericht was, kon ik duizenden toespreken. Na de pre diking hadden wij eenige wonderbare gevallen van genezing. Er was een man van honderd mijlen ver gekomen, zijn voedsel bij zich dra gend Hij had al in meer dan een maand geen vast voedsel gegeten, daar hij aan maagkanker leed. Op die meeting werd hij genezen en zijn pakje geopend hebbend, begon hij-te eten, ten aanschouwe van een ieder. Er kwam daar ook een jonge vrouw met een stijve hand. In plaats dat haar moeder haar, toen zij nog een kind was, de arm liet gebruiken, had zij toegestaan, dat het kind haar arm net zoo lang ongebruikt lief, totdat zij stijf geworden was; zij was opgegroeid tot een jonge vrouwen geleek toen op de vrouw, die neergebogen was door den geest van zwakte. Toen zij vóór mij stond, bestrafte ik den geest van zwakte in den naam van Jezus. Hij werd ierstond uitgeworpen en de arm werd gezond. # Toen zwaaide zij er mede over haar hoofd. Aan het einde der meeting deed de duivel twee per sonen met toevallen op den grond storten. Wan neer de duivel zich openbaart, is de tijd gekomen, om met hem af te rekenen. Beide personen werden bevrijd en toen zij opstonden en den Heer dankten en loofden, beleefden wij won derbare oogenblikken. Wij moeten ontwaken en doorloopend wakker blijven, om geloof te kunnen hebben in God. Vóórdat God van mij maken kon, wat ik nu "~bén, heeft Hij me wel duizend maal gebroken. "Ik heb geweend, ik heb gekreund, ik heb vele .nachten geworsteld, totdat God mij gebroken heeft. Het schijnt mij toe, dat ge nimmer die lankmoedigheid tegenover anderen bezitten kunt, vóórdat God u totaal gebroken beeft. Wij kun nen nooit de gave van gezondmaking bezitten en wonderen zien gebeuren, mdien wij niet staan in de goddelijke kracht, welke God ons geeft en indien wij niet op Ood ons vertrouwen blij ven stellen en alles gedaan hebbend, volkomen blijven vertrouwen. Wij hebben in deze laatste dagen groote won deren zien gebeuren en zij beteekenen nog maar weinig, vergeleken bij hetgeen wij in de toe komst zullen zien gebeuren. Ik geloof, dat wij juist aan den vooravond staan van wonderbare dingen, maar ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat alle deze dingen gebeuren zullen door de kracht des Heiligen Geestes. Ge moet niet denken, dat deze gaven u zoo maar in den schoot ge worpen zullen worden. Men heeft te geven naar verhouding van al hetgeen men ontvangt. Wij moeten begeerig zijn naar de beste gaven Gods en Amen zeggen op iedere voorbereiding, welke de Heer ons doet ondergaan, opdat wij nederig mogen worden, bruikbare vaten, waardoor Hij zelf werken kan door middel van de kracht des Geestes. o f Wat is Abessinic? 1 °»«oooo OOOQQOOO O o • «oo O OO 0000 " 0 *"** 000 0 cooOOOo°°oo° „Le christianisme du vingtième siècle" schrijft over Ethiopië: „Een duizend of vijftien honderd yoor Christus leek Abessinië of Ethiopië het eind van de wereld aan de menschen, die toen leefden. De naam Ethiopiër wil zeggen : zwartgezicht. Vroeger vertelde men, dat er reuzen woonden in het land. Herodotus verklaart, dat er menschen waren, die vier meter lengte hadden. Eigenaardig is het, dat er tusschen het volk van Israël en de Ethiopiërs altijd eenige betrekkingen hebben be staan. Mozes trouwde meteen Ethiopische; Jere- mia werd gered van een afschuwelijken dood in de modder van een riool door een van de negers van dat land. Salomo onderhield een levendigen handel met Ethiopië; door de Roode Zee kwa men goud, ivoor, apen en pauwen in Palestina. Jeremia doet de typische vraag: „Kan de Ethio- * — 16 — pier de kleur van zijn huid veranderen en de luipaard zijn vlekken ?" Vele eeuwen vóór de geboorte van Jezus Christus hebben de profeten voorspeld, dat Ood het hart van de Ethiopiërs veranderen zou en het begin van dezen omme keer maken wij mee in de Handelingen als de diaken Philippus, den kamerling, den machtigen heer van Candacee, den schatbewaarder van de Ethiopische Koningin doopt en in de Schriften onderwijst. In de vierde eeuw vonden twee schip breukelingen, die in Ethiopië terechtkwamen, een groote belangstelling voor het Christendom en mochten beide, de een als schatbewaarder, de ander als minister van den Koning, het ge- heele volk tot het Christendom zien overgaan. Zelfs in den loop der eeuwen, niettegenstaande hevige aanvallen der Mohammedanen, bleven de christenen aan hun geloof trouw. Het chris tendom, dat er beleden wordt, is niet vrij van dwalingen, vooral wat aangaat hun geloof in Christus, Dien ze wel als God willen erkennen, maar niet als mensch. Ze laten in de kerken geen beeldendienst toe en hun priesters zijn gehuwd. Het is een land, waar de slavernij nog bestaat en een zekere ruwheid van zeden telkens weer te voorschijn komt. Naden slag van Adoea heb ben ze aan twee duizend gevangen Italianen een voet of een hand afgekapt en de wonden ontsmet door ze in het vuur te houden !" „The National Geographical Magazine" vertelt bij monde van Leo Roberts, die een reis door het land heeft gemaakt, dat de ark des verbonds volgens velen bewaard is gebleven in een kerk bij Adoea of Aksum. Geen westersch oog heeft ooit deze legende kunnen waar maken. Mocht de ark er zijn, dan is ze zóó welbewaakt door de kloosterbroeders, dat geen vreemde ooit zou worden toegelaten. De priesters in het land heb ben den reiziger allemaal verteld van hun Ko ningin, die naar Salomo ging, niet alleen omzijn rijkdom van dichtbij te zien, maar om genezing te vinden van een ziek been. De verbintenis, die Salomo aanging met de Koningin van Scheba, schonk hem een zoon Menelik. Deze jongen werd in Jerusalem opgevoed, totdat hij negentien jaar oud was. Toen vertrok hij met een groot geleide van Joodsche mannen terug naar zijn vaderland, met zich mede voerende de arke des verbonds. Hij werd later Menelik I, Koning van Ethiopië. Haile Selassie de Eerste, de tegen woordige Keizer van Ethiopië, zegt, dat hij in rechte lijn afstamt van Menelik den Eerste, zoon van Salomo. Keizer Haile Selassie is dus een na komeling in rechte lijn van Koning David. Iets in zijn uiterlijk, zijn beminlijkheid en zijn verstand doet aan zijn voorvader denken. Hij is iemand, die zeer godsdienstig is en zelf in zijn residentie een drukkerij heeft, die de uitgave van den Bijbel \ in de volkstaal moet verzorgen. Alle Ethiopische christenen dragen een kruis om den hals. Men vindt ze van allerlei afmetingen en alle met verschillende inscripties en symbo lische figuren bedekt. Men krijgt het kruis bij den doop en draagt het zijn gansche leven door. Het eerste kruis, de „lümot", is met Menelik 1 meegekomen uit Palestina. Er is geen land, waar men zoo aan traditie hangt en verandering vreest, als Ethiopië. Een oude priester zeide tegen den reiziger.- „Wat kan iemand ons land brengen, dat we al niet bezitten ? Ik zeg u, een land, waar men te snel' veranderingen brengt, verliest wat het won in den loop der eeuwen " De taal, die er gesproken wordt in regee- ringskringen, het Amhareesch, is van Semieti- schen oorsprong. Ten Westen van Fransch Somaliland is een woestijn, die duizend mijlen groot is. De hitte is onuitsprekelijk in sommige gedeelten van het jaar, het water schaarsch en de putten ver van elkaar verwijderd. Een hoog bergland ten westen van de woestijn heeft Ethiopië gedurende eeu wen in de afzondering gehouden. Zandstormen, hagelstormen, insectenplaag zijn verrassingen^ die het land te geef heeft voor den reiziger, die zich moet weten te redden in een land zon der gebaande wegen. In Zuid-Ethiopië worden nog leeuwen aangetroffen en kan men de hye na's 's nachts hooren lachen In de streken van den Blauwen Nijl worden vaak heele kudden hippopotamussen gezien, langs de Soedan-gren- zen wonen olifanten, leeuwen en luipaarden in de bosschen. Het vele papyrus, dat men er aantreft, doet denken aan Egypte en Farao's dochter. Het pa pyrusriet wordt hier vaak vijf - en -twintig voet hoog De Duitsche vrouwencourant, Heft 50, vertelt, dat Ethiopië het rijkste land van de wereld is en dat het zwarte keizerrijk tusschen Somaliland en Egypte een land is rijk aan goud. De men- schen zijn gewend voor een deel hun belasting te betalen in goud, dat ze vinden in de rivier; voorts veel platina. De akkerbouw is vruchtbaar en de veeteelt loonend, de schapen endeZebu- runderen zijn beroemd. De provincie Gore heeft de lekkerste koffie, die er bestaat. De Negus heeft in drie jaar een gansch Europeesche hoofd stad gebouwd, Addis Abeba Dat is een kunst werk geweest van belang, maar het neemt niet weg, dat er in het grootste deel van zijn land nog de primitiefste toestanden zijn In Addis Abeba is echter een meisjeslyceum. De meisjes worden daar op zijn Europeesch opgevoed. Ze leeren breien, naaien en haken. Men ziet ze op een der foto's bezig aan het handwerken met haar intelligente gezichtjes, welgebouwd enknap van figuur, maar met den wollen krulhaardos,. den negers eigen „Christelijk Vrouwenleven". L ••-. .- i . J u e t u ï g e n ï s. ....; j Vertrouwende dit, dat Hij die in u een goed werk begonnen heeft, dat volein digen zal tot op den dag van Jezus Christus. Fil. 1 : 6. Ja, Broeders en Zusters ook in ons heeft Hij, onze Heiland, een goed werk begonnen, want waarom gaat ge naar een kerk of geestelijke bijeenkomst? Toch zeker niet om een mode praatje te houden of een filmconversatie? Neen, maar om naar Oods woord te luisteren niet waar? Opdat Hij het goede werk, nl. het ge loof in den Hemelvader en den Zoon, wat Hij J in ons begonnen heeft, voort kan zetten en voleindigen. Wanneer gij dat goede werk in u wilt laten voortzetten moet ge u geheel en al aan Hem overgeven. Denk niet: „Maar ik ben nog zoo jong. Het leven is zoo gezellig. Een dansavond of een andere feestavond is zoo vroolijk!" Maar veltelt u me toch eens wat wint u er mee? Oe komt meestal thuis, doodmoe, hebt een te korte nachtrust, staat op met hoofd pijn, zijt kregelig en Uw humeur wordt uw medemenschen ondragelijk. Ge zoekt verstroo iing en toch zijt ge nimmer tevreden. Oe voelt geen blijdschap. Altijd is het einde voor u min der prettig. Bedenk het wel, nimmer, nimmer is iemand te jong om Hem te volgen om door Jezus het goede werk wat Hij in ons begonnen heeft te laten voleindigen. Denkt toch niet, dat goede werk alleen in een kerk of bijeenkomst verricht kan worden. Neen, laat dat werk voort gezet worden in uw huis, op straat, overal waar ge komt. Doch doe nimmer iets alleen. Vraag -bij al uw werk de zegen en de kracht van den Hemelsche Vader. Smeek de Heiland u te leiden, <ian zult ge er zeker van zijn, dat het tot een goed eind gebracht zal worden. De meiisch t zelf is zeer zwak," en wanneer hij geen hulpe , f vraagt zal alles hem zeer moeilijk vallen. Smeek Ood u kracht te schenken, dat ge nimmer ver legen zijt om uw geloof in den Hemelvader en ' Zijn eeniggeboren Zoon Jezus Christus te be lijden. Trek u zich er niets van aan of A en B u dwaas vinden, dat ge niet wilt toegeven aan wereldsche dingen. Zoek het Koninkrijk Gods en ge hebt alles Wanneer de menschen u zul- i 'len uitlachen en u voor krankzinnig verklaren, denkt dan dat de Christus voor u zoo ontzet tend veel heeft geleden. Van u wordt niet eens verlangd dat ge aan het Kruis zijn helsche pij nen moet lijden ; van u wordt slechts verlangd, dat ge de zonde loslaat en de wereld. Vindt ,. ge in één plaats van den Bijbel dat Jezus naar Ï een wereldsch feest ging? Neen, niet waar? Hoe wilt ge dan Hem gelijk worden, als ge nog daaraan vasthoudt? Hoe kunt ge van Je zus verlangen, dat Hij van u bezit neemt als ge niet geheel en al Hem toebehoort. Jezus erlangt geheel en al van u bezit te kunnen ne- 17 - men, met slechts een gedeelte van u is Hij niet tevreden. Voelt ge niet vaak wanneer ge een werkelijk mooie film ziet, de gedachte bij u opkomen „Ach, toch is dat alles onzin." Dat zult ge echter van een bede in vol geloof en vertrouwen tot den Hemelvader gericht, in den Naam van Jezus nooit ondervinden. Integendeel hoe dieper uw bede hoe heerlijker gevoel. Een gegeven moment zult ge zelfs zulk een heerlijke rust in uw hart krijgen, dat elk woord te veel wordt; dan bidt ook de mond niet meer, dan voelt het hart de volkomen gemeenschap met God dan spreekt onze Hemelvader met onzen geest. Daarom weest ervan overtuigt, dat vanaf he den in u een goed werk is begonnen hetwelk Christus Zelve tot een goed eind kan brengen. Innig raad ik u allen aan u aan Jezus vast te klemmen die u genade schenkt het werk der Heiligmaking door Hem voort te zetten. Waarlijk Jezus' kracht is groot, want ook ik heb volle vrede gevonden en voel me nu heel gelukkig. Dit alles wat ik hier heb geschreven, heb ik zelve ondervonden. Het is heerlijk te weten, dat we in ons verdriet tot Christus kunnen vlieden, wat ik ook altijd doe en Hij geeft mij immer zulk een heerlijke zalige troost, dat ik nooit lang bedroefd kan zijn. God zegene u allen ! Uwe zuster in Christus M. KNOOPS . Solo. De overgave aan Christus. Hij heeft Zichzelven voor ons gegeven, opdat Hij ons voor Zichzelven zou rei nigen een eigen volk, ijverig in goede werken. 2 Titus 2:14. In het verhaal van het meisje dat als slavin verkocht moest worden, was dit het treffende, dat zij zich in eens voor altijd gaf aan hem die hanr had vrijgekocht. Zijne liefde won haar hart, en bond haar aan hem ; hij had recht op haar: zij kon op hem rekenen om haar gelukkig te maken. In het verhaal van Garra, een slaaf door een handelaar gered, door eenige droppels bloed voor hem gestort, vinden wij bijna het zelfde. Zijn uitroep was: Garra jou slaaf,' jij jou bloed voor Garra gegeven : Garra blijf al tijd hij jou. (Zie Aant. B.) De liefde, was eene krach! die hem aan zijn redder bond, want liefde wekt liefde. Alleen in de overgave aan die'hem uit liefde had verlost, rekende hij zich veilig en gelukkig. Als wij van de weg om in de vrijheid van Christus in te gaan spreken, dan mogen wij deze zijde der waarheid niet voorbij zien, Wij moeten niet alleen denken aan het werk dat Jezus voor ons deed, wij moeten niet alleen op Zijne beloften of op Zijn persoon vertrouwen dat Hij ons heeft vrijgekocht en Zijne vrijheid in ons zal handhaven. Neen, onze betrekking moet die zijn van de meest persoonlijke liefde verbintenis. Het was in innige, alles opofferende liefde dat Hij „Zichzelven voor ons" gaf. Het was opdat Hij „ons voor Zichzelven" zou heb ben tot een eigen volk. Niet als een onwillig of gedwongen slavenvolk, maar in hartelijke ver kleefdheid Hem aanhangende als onze eenige vreugde en onzen geliefden Heer. Er is geen ingang in de volle vrijheid van Christus, in hare volle kracht te ontvangen en te genieten zooals Hij die geven kan, dan in een innige ver bintenis met Hem. Én die verbintenis kan alleen waarachtig en van kracht zijn, waar zij niet voortkomt uit eigen belang, maar uit de gewil lige, vroolijke en onverdeelde liefde van geheel het hart. De vrijheid en de liefde zijn onafscheidelijk. Dat Jezus ons de vrijheid kocht was enkel uit liefde, was enkel opdat wij in Zijne liefde ge lukkig zouden zijn. Als Hij ons verlost is dit voornamelijk om ons van onszelven en onze zelfzucht vrij te maken, en ons te brengen tot een zalig leven in eene liefde gelijk aan die van God. Daar is geene zaligheid, daar is geene volle vrijheid, dan in de liefde. En de weg die Hij hiertoe inslaat is deze-dat Hij tot ons komt met Zijne wonderbare overstelpende liefde,zoo als die aan het Kruis betoond is, in het vrij- koopen van Zijne vijanden met Zijne bittere smarten en Zijn bloed, om daarmede onze har ten te verteederen en te overwinnen. De vrijheid die Christus geeft is uit liefde, en door liefde. Wilt gij nu waarlijk in die vrijheid ingaan, o zoek toch Jezus met de liefde van het gansche hart lief te hebben. Zeg niet dat gij dit niet doen kunt Als kind van God ontvangt gij den Hei ligen Geest, door wien de liefde Gods in uw hart wordt uitgestort. In het begin misschien ongemerkt, maar toch zeker. Reken er op in het geloof: gij kunt den Heere Jezus hartelijk liefhebben. Begeef u daartoe. Houd omgang met Hem. Smeek God om door Zijn Geest de liefde sterk te maken. Daar is niets dat eene ziel zoo spoedig diep in de vrijheid zal inleiden, als de liefde tot Jezus. Zij maakt u vrij van uzelven. Peins daartoe over Zijne wonderbare liefde tot u persoonlijk. Denk aan de wijding van die liefde in Zijn bloed. Zeg dikwijls: „Hem die mij heeft liefgehad, en mij van mijne zonden gewasschen heeft in Zijn bloed, zij de heerlijk heid." Geloof dat Hij uwe, ja, uwe liefde, op prijs stelt, daarnaar verlangt, en zich verblijdt zoo dikwijls zij tot Hem oprijst. Er zijn zielen geweest, die niet veel van de vrijheid wisten te spreken, maar die door de vurige liefde tot Jezus, de zaligheid er van hebben genoten. Daarom vergeet nooit, de vrijheid is de gave van Jezus' liefde, die u voor zichzelve hebben wil. Heb Jezus lief— iii Hem zal de vrijheid al hare kracht en al hare zaligheid in u betoonen. • %• • " %• •:*::*::*::5tc:^::5K:*::*:*':^::i*;::^;::*::*:»::^:- ••!•—•.!••• &::£&::£::*:: Aandoenlijk. :*:jfc£;k:*i: . 'M.. 'M :MWX.w::.w:^M^MXXMy^MMM. M..M. Hoe onze God ook in deze treurige tijden zielen met honger naar 't Evangelie kan vervul len, blijkt weder uit het volgende aandoenlijke briefje dat de post ons begin November bracht: „Uit de „Gouden Schooven" die ik van een kennis uit Bandoeng toegezonden kreeg, las ik overal samenkomsten; alleen hier te K. nog niet,. Zou het niet mogelijk zijn ook hier samenkom sten te houden ? Ik smeek er u om, omdat ik zoo graag mee wil doen. Als 't kan willen we hier een huis voor u zoeken en samen de huur betalen. Zoo graag zou ik nog voor mijn dood, (want ik ben oud en sukkelend), gedoopt en bevrijd willen worden van mijn vele zonden; ja, ik wil u ook bekennen dat ik nooit gedoopt ben geweest. Dus lieve Zuster verhoor mijn verzoek en ik zal u heel dankbaar zijn X. We hebben onmiddellijk éen van onze evan gelisten verzocht naar die plaats te gaan. Moge de Heer ook deze ziel redden en tot Zijn ge meente toedoen. M. A. (Door uwe bijdragen voor „Het werk des Heeren" stelt u ook onze Jonge Werkers en Evangelisten instaat „het verlorene te zoeken, liet zwakke te sterken, en het afgedwaalde weder te brengen", steunt ons met uwe gebeden en gaven). In Nieuwjaarsadvertentie. H' 'J| Ieder, die een uieuwjaarsgelukwensch in ||J G. S. wenscht te plaatsen, wordt vriende- jjj MI lijk verzocht zijn naam en adres zoo spoe- il' ! dig mogelijk op te zenden, met bijvoeging ! ; van 50 ets. (desgewenscht in postzegels). • MI Zij, die een meer uitgebreide advertentie il' ! wenschen, worden verzocht ons hunne ! ; gelukwensch bestemd voor G. S. toe te ; •II zenden. De p r ij s blijft dezelfde : 50 Cts. II- 19 — Kerstfeest - Christusfeest I Ook dit jaar zal weer in het eenzame gebergte waar de cliristenkolonie „Gambang Waloeh" ligt, de kerstboom ontstoken worden, om eenige honderden arme Javanen iets te doen aanschou wen van de glorie des hemels, en van Hem, die in waarheid het Licht der wereld is. De eenige kerstboom op vele palen afstands van de bewoonde (Europ.) wereld! — een trouw getuige van wat het christendom vermag : de verandering des harten te bewerkstelligen van een groep half-heidensche-half-mohammedaansche landbou wers. Waarlijk het Evangelie is van kracht en alleen in staat de hardste harten te breken. Het zal in December de 2le maal zijn dat ik kerstfeest zal vieren met mijne arme menschen •en nog nimmer heeft God 't ons op dien dag aan iets doen ontbreken, dank zij de vriendelijke medewerking van onze Brs. en Zrs., vrienden •en kennissen. Verleden jaar zonden velen ons blokken grof katoen, gestreept keper voor jongensbroeken, sterke sitsjes voor kabaja's. Wij vragen geen fijne stofjes, maar zijn zeer dankbaar voor stevig goed. Ook overgeschoten lapjes van japonnen, stalen enz zijn zeer bruikbaar voer oto's en kinderbaadjes Natuurlijk zijn giften in geld voor 't aanschaffen van mansjassen, kains enz. ook hartelijk welkom. Gambang Waloeh geniet geen regeerings- subsidie en is geheel aangewezen op den steun der geloovigen. God geve onze lezers in 't hart iets te doen om deze armen, waaronder vele kinderen, een gelukkig kerstfeest te bereiden. Zij hebben 't in deze tijden, nu de landbouw producten schier waardeloos zijn, zéér moeilijk. De Heer spreekt ook tot mijn lieve lezers: „Geeft, en u zal gegeven worden- een goede, neergedrukte en geschudde en overloopende maat zal men in uw schoot geven. Luk. 6 : 38. En wie een van deze geringen ook maar een beker koud water reikt, omdat hij een discipel is—voorwaar, ik zeg u: zijn loon zal hem zeker niet ontgaan. (Matth. 11 : 42. vert. Brouwer). Bij voorbaat hartelijk dank, en God zegene n.l. Uwe Zr. in Christus. M. A. ALT. Kerstfeestvieringen van de Pinkster zending volgens reisplan van Zr. Alt. Alle gewone diensten voor de maand Decem ber vervallen, (behalve die te Kediri). Woensdagavond 4 December. Vergadering Werkers te Kediri gevolgd door de bediening van 't Heilig Avondmaal, (met de gemeente). Zaterdagavond 7 uur. Inwijding Kerkje te Tanggoel . (bij Djember). Maandagavond 16 December 7 uur. Algemeene Kerstfeestviering voor de kringen van Kras, Toeloengagoeng , Ngoenoet enz. - ten huize van Br. Robinson te Ngoedjaiig (bij Toeloengagoeng) gevolgd door Liefdemaal. Donderdagavond 19 December 7 uur. Pinksterzaal Wat es Kerstfeest. Vrijdagavond 7 uur. 20 December. Pinksterzaal Kertosono „ Zaterdagavond 7 uur. 21 December. Kasin koelon. Ma lan g „ Maandagavond 7 uur. 23 December in de bioscoopzaal (Aloon 2 -straat) te Kediri „ Woensdagavond 7 uur. 25 December. Zaal te Mesèn. Solo „ Donderdagavond 7 uur. 26 December. Bangkong 52. Semarang „ Vrijdagochtend 10 uur 27 December. Magelangsche weg t/h van Zr. Bastiaans. Ambarawa „ Vrijdagavond 7 uur. 27 December. Landraadszaal. Te m a n g g o e n g. „ Zondagavond 29 December. Gamban g Waloeh „ Dinsdagavond 31 December. Djagalan lor 95. Kediri . Oudejaarsavondviering. Aanvang 9uur. Van 11-12 uur 's nachts bid stond. Te middernacht bediening van het Heilig Avondmaal. Komt allen op en laat ons het Nieuwe jaar met gebed ingaan. VRIENDELIJKE UITNOODIG1NG tot het bijwonen onzer KERSTFEESTVIERING , op Maandagavond 23 Dec. te 7 ure in de Bioscoopzaal aan de Aloon 2 straat (naast het oude gebouw van de Ford), te KEDIRI. MUZIEK, ZANG, KINDERTABLAUX. Verschillende sprekers. (H o 11. Mal. Javaanse h) « « Brs. en Zrs. van buiten de stad kunnen bij ons overnachten. » » f We verzoeken echter tijdig bericht. ^ ALLEN HARTELIJK WELKOM 11 ^^-^^—_^_Zr . M. A. ALT. _L_ : 20 Abonnementen «Gouden Schooven". In'hartelijken dank ontvangen van: Br. Schültze Solo 4e kw.—Br. G. van Thiel Pa- lembang 4e kw.—Zr. C. Vetter Den Haag 2e h.j. — Br. W. Landsang Balikpapan 4e kw. —Br. C. Kapteyn Cheribon 4e kw. — Zr. S. Sibbald Sin- danglaoet 4e kw — Zr. M. Manuel Cheribon 4e kw. —Br. Chr. Winkler Cheribon 4e kw.— Br.J. Pelle Sb. 4e kw. — Br. R. de la Croix Lawang 4e kw. — Br. A. R. Neyndorff Sidoardjo 2e h.j.— Br. C. E. L. de Rochemont Bat.-C. 4e kw.-Br. Knuflook Magelang 2e kw.—Br. C. F. van Doorn Padalarang 3e en 4e kw. — Dames Klatt Gom- bong 4e kw.— Mevr. W. Mahlerwein Nijmegen 4e kw.—Zr. A van Moerkerken Sengon 4e kw. — Br. Go Biauw Tjoan Palembang 4e kw. '34, Ie h.j.'35—Br. G J. de Vries Malang 2e h.j.— Losse nummers „Gouden Schooven". Zr. J. Morren Tanggoel nr. 20 nr. 21 Door colportagearbeid van Zr. L. aan losse nrs. G. S. Kediri Madioen Soerabaia Malang Lawang Njio Batoe - Poedjon Zr. J. Mitchell Soekaboemi Br. A. Haighton Moentilan Zr. S. Jasper Modjokerto Zr. Klatt Lawang Zr. A. Lammeree Malang f 2.50 „ 2.50 „ 4.25 „ 7.25 „ 27.40 „ 17.95 „ 4.40 „ 4.50 „ 3.- „ 2.15 „ 5.- „ 5.- „ 6.25 Voor onze Kerstfeestvieringen te Gambang Waloeh en Kediri. In hartel. dank ontvangen van Br. P. C. Kediri f 10.— Br. C. P. Bakker Mr. Cornelis „ 2.50 Br. Gouw Keng Hoo Bat.-Centr. „ 3 — Zr. J. M. Mitchell Soekaboemi „ 10.— N. N. Magelang „ 10 — Sits voor hansoppen van Zr. Perrett Djombang. We mochten tot heden nog maar weinig ontvangen. Gedenkt onze armen, Brs. en Zrs.! M. A. Voor het werk des Heeren, Verzorging weezen, oudjes, armen te Gambang Waloeh en te Kediri, benevens opleiding Jonge Werkers. Van Zr. Bastiaans Ambarawa f 5.— Br. J. Morren Tanggoel „ 12.50 Zr. A. K. v. d. Ploeg Sindanglaja „ 2.50 Br. P. C. Kediri „ 15.— Zr. J. Horsting Semarang „ 2.50 Van Zr. H. Jansz Madioen Gemeente Madioen Zr. N. Mowilos Blitar Zr. S. Jasper Modjokerto Br. Gouw Keng Hoo Bat.-C. f 5.- „ 12.50 „ 10.- „ 5.- „ 5.— ^~~u„u„t --U„' '„~U~U~U~U~U~',-^U^U,*,U^',- In Jezus handen. (Gebedsgenezing), van P. Paul f 0. 60 franco. De bekende Profetische kaart, f 1.— franco. De breede en de smalle weg. Evangelisatie plaat f 1.— franco. Eenvoudige Bijbelstudie per jaar. Abonnement f4.50 „Gandoem Mas" Maleisch pinksterblad. Abonnement f 1.50 per jaar. „Gouden Schooven". Het oudste pinksterblad van Ned.-lndië. Verschijnt 2X's maands. f 1.50 per kwartaal. „Glorieklokken". Pinksterzangbundel Ver scheen reeds in 5 afleveringen a f 0.75. De 5 afl. tezamen (niet gebonden, 244 liederen) f 3.25 (ingebonden 5 aflev. in één f 4 —). Zeer mooie photo's, formaat: 30 bij 36 met passe-partout, nr. 1.: visioen van Christus kruis boven de volkerenzee — nr. 2: „de pelgrimstocht van Gods kinderen naarZi- on"— nr. 3: „De schare die niemand tellen, kan" prijs f 1.25+ 15 et. frankeering. Kidoeng Panggoegah. Javaansche pinksterzang bundel. Thans 30 et. franco. (Uitverkocht een nieuwe oplaag is in bewerking). Gebonden Jaargangen: „Goudeu Schooven'" 1931, 1933, 1934 a f 3.75 franco. Gebonden Jaargang „Gandoem Mas". Ie. jaar gang, af 1.50 franco. Kuischheid van Ds. J. J. Knap. f 2.50 franco. Stephen Jeffreys. (Geloofsgenezing) zeer aan te bevelen 75 et. franco. Groote zangbundel met noten. Joh. de Heer f 5.50 franco. Sadhoe Sundar Singh. En hij volgde Hem. door C. P. Andrews. prijs f 3.50 + 20 et. franco. i i r * i ^i I J ri 4 4 4 4 4 r Inwijdingsdienst te TANG GOEL (bij Djember) van het nieuwgebouwde kerkje van de Pinksterzending op Zaterdagavond 7 December 1935 :* f Gevolgd (den volgenden morgen) door een Doopfeest aldaar. — — Sprekers Zr. ALT, Br. BOUM BLETTERMAN e. a. .. . - • Wie in 't bezit is van een veldbed wordt verzocht deze slaapgelegenheid mee * te brengen ! Ook ZONDER veldbed is iedereen hartelijk welkom. — — Het Bestuur. ' 1 . 4; * -** * * * * * * * * 7 * * * * * * * -* * * *. * . * i - p•-• Vervolg Samenkomsten. A r KEDIRI. Djagalan Lor 95. Zondagmorgen 8 uur Zondagsschool. Zondagmorgen 10 uur Bijbelstudie door Zr. Alt. Woensdagavond 5 u. Maleische Bijbelstudie door Br. Schotborgh. Woensdagavond 7.15 u. Gemengde dienst. Zr. Alt en Br. Liem Hong Bo (Holl.-Maleisch). Zaterdagavond 7.15 u. Maleische dienst door Br. Liem Hong Bo. Klentengstr. 46. KERTOSONO. Klentengstraat 114a. Br. P. Carolus met assistentie van Brs. M. Wattimena. en Poei Kiem Tjiang. Iedereen Zondagochtend 8 uur Zondagschool door Br./Zr. Wattimena. 13 Zondagavond 7 u. Gemengde dienst. Dinsdagavond 6 u. Bidstond. 7 u. Jav. dienst. Zr. Alt meetings na afspraak. KOEDOES. Br en Zr. Abell. Meetings na afspraak. in de zaal v/d Afdeelingsbank. LAWANG. Br. Ong Ting Swie t. h. van Br. Tan Lian Tjong, Taloen. lederen Zondagochtend 9.30 Mal. dienst. lederen tweeden Vrijdag van de maand 's morgens om 10.30 uur Zr. M. A. Alt met assist. van de Brs. Ong Ting Swie en Tirion : Hollandsch-Maleische dienst. Zangkoor onder leiding van Br. A. Lam- meree van Malang Zondagschool 5-6 u. n. m. Zr. Klatt. MALANG. Kasin Koelor 4. Br. H. Tirion en Br. Ong Ting Swie. Zr. Alt iederen 2en Vrijdag van de maand. Zondagschool 9 - 10 u. Zr. Tirion. Woensdag 7 u. n. m. Maleische dienst. Vrijdag 7 u. n. m. Gemengde dienst. Zondag 7 u, n. m, Gemengde dienst door Jonge Werkers om de 14 daag. Evenzoo om de 14 d. Maleische Bijbellezing door Br. Ong Ting Swie. MAOSPATI. Vrijdagavond 7 uur gem. dienst Br. Siem Bie Swie. Eens om de 2 maanden Zr. Alt. MADIOEN. Zondag 8 uur v. m. Holl. Zondagsschool, daarna rep. Zangkoor van den Boslaan 9. Zondag 5 uur n. m. Mal. Zondagsschool, Ponorogostraat 63. Maandag 7 uur n. m. Mal. Samenkomst, Ponorogostraat 63. Dinsdag 6.30 uur n.m. Hol]. bidstond van den Boslaan 9. Woensdag 6.30 uur n.m. Holl. Bijbelstudie van den Boslaan 9. Zaterdag 7 uur n. m. Mal. bidstond t/h Br. Siem Bie Swie. Zr. Jansz met medew. v/d Brs. Siem en Maïroen. De Ie Maandag van de maand 's av. om 7 uur Zr. Alt. MOD JOKERT°. Ten huize van Br. en Zr. Jasper Stationsweg. Iedere le Donderdag van de maand. 's avonds te 7 ure, door Zr. M. A. Alt. NGANDJOEK. Br. Djie Han Tjing. Donderdagavond 7 u. Aloon-aloon. NGADIREDJO. Ten huize van Br. Liem Sang Loen. Br. W. J. de Graaff meetings na afspraak. NGOENOET. Zaterdagavond 7.30 uur. Br. J. Pello met ass. Brs. Zenas en Mattheus. NGOED JANG. Ten huize van Br. W. Robinson. Dinsdagavond Gem. meeting Br. Ch. Schotborgh en Br. Zenas. PARAKAN. Br. Sang Loen. Onder leiding van Br. W. J. de Graaff. Diensten nader te regelen. PATJE Br. Djie Han Tjing met ass. Br. Kow.s. Maandagavond 7.30 n. m. Zaterdagavond bidstond. PEKALONGAN (Elièzer). Pandjangkoelon 48. Zondagavond 7 uur Gemengde Dienst (Holt.- Mal.) Woensdagavond 7 uur Bidstond. Donderdagavond 7 uur Bijbellezing, ten huize van Br. Swie Tjwan Ing. door Br. Smits met medewerking van de Brs. Roze en Oesman. POERWAKERTA (West-Java) ten huize van Br. J. Meyer Kantoorlaan 435. Zondagmorgen 8 uur Zondagschool. Zondagavond 7 uur Samenkomst. Woensdagavond 7 uur Bidstond. PONOROGO. Br. Liem Hong Bo. Voorloopig 2X per maand. PROBOLINGGO. Woensdagavond 7 uur Mal. dienst Br. Swie. Zondagavond gemengde dienst Br. Boum Bletterman. PONDOKWALOEH. (Tanggoel) Br. Boum Bletterman I e en 3e Donderdag v. d. maand. Mal. - Jav. diensten met ass. van Br. Swie. SALATIGA. Br. W. J. de Graaff. Slacht- huisweg 8. Br. A. Abell meetings na afspraak. Zondagmorgen, 9 uur en Donderdagavond, 6 uur, gemengde diensten. SELORED JO (Batoe). Br. Sastro-oetomo. Zaterdag v. m. 9 - 11. Mal. Jav. dienst. Dinsdag n. m. 7 - 9. id. Eenmaal per maand. Br. Ong Ting Swie van Malang met Jonge Werkers. SEMARANG. Br. en Zr. Abel! Ban gk ong 52. Zondagmorgen 8 u. Zondagsschool. Zaterdagavond 7 u. Dinsdagavond 7 u. samenkomst. SEUSEUPEN (Elièzer). Zondagmorgen 10 uur en Woensdagavond 7 uur, Mal.- Soend. Dienst. Zondagmiddag 3 uur Zondagschool. Maandag- en Vrijdag - avond 7 uur Bijbel- lezing ten huize van een der Brs. door Br. Asa Kala e. a. SENTOEL (Blitar). Wijksamenkomst Br. Pello en Matthëus. Jav.-Mal. dienst. SOLO. Pinksterzaal Pasar Legi. Br. W. J. de Graaff, iederen Vrijdagavond 6 uur. Zr. Alt iederen eersten Dinsdag v. d. maand, 's avonds 7 uur. Br. en Zr. Abell, meetings na afspraak. SINGOSARIE. lederen Vrijdagavond 7 u. n. m. Mal. dienst door Br. Ong Ting Swie. SIDOARD JO. Lemah Poetro 152 Br. G. Pontoh. Donderdagavond 7 u. gem. dienst. Zondag 8 u. v. m. Holl. Zondagsschool. Dinsdag 6 u. n. m. Rep. Zangkoor, na af- loop Mal. Bijbellezing. TAND JOENG ANOM - DIPAN (Waroedjajeng) ten huize van Br. S. Kowas. Zaterdagmiddag 5 u. kindermeeting Zaterdagavond 7 u. gem. dienst Maandagavond 6 u. bidstond Br. P. Carolus met ass. van Br. S. Kowah. TARAKAN-BORNEO. Zr. Kilapong. Diensten (gemengd) Dinsdag, Vrijdag en Zondagavond. TEMANGGOENG. Pinksterzaal Handelsstraat. Zondag n. m. 4.30 - 5.30 Zondagschool. Zondagavond 7 uur Gemengde dienst. Br. en Zr. Abell met ass. van Brs. Elias en Markus. Zr. Alt in de Pinksterzaal na afspraak 1 X 's maands. TEGAL AROEM (bij Madioen) Br. Maïroen. Diensten na afspraak. TOELOENGAGOENG. Ten huize van Br. Mateman Kenongostraat Br. Pello met assistentie werkers Kediri. Vrijdagavond 7 u. TOELOENGRED JO (Kediri) lederen Donderdagavond 7 uur t. h. Br. Mangoenredjo. Br. Zenas met ass. Jonge Werkers Kediri. TOELANGAN (PORONG) Br. G.Pontoh. In de Pinksterzaal naast Assistent-Wedono. Zaterdagmiddag 5 u. n. m. Zondagschool. Zaterdagavond 7 u. n. m. Gemengde dienst. TANGGOEL. Br. Boum Bletterman. met ass. van Br. Oei Liong Swie. Zondagochtend 9.30 uur. Maandagavond 7 uur. WATES. Vrijdagavond 7 u. gemengde dienst Br. Ch. Schotborgh. met ass. Br. Tan Tjwan Ling. Kediri Snelpers 20828 4'
Abstract (if available)
Linked assets
Hollenweger Center, Amsterdam, Netherlands
Conceptually similar
PDF
Golden sheaves, vol. 10, no. 23 (1934 December 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 09 (1935 May 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 17 (1935 September 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 01 (1935 January 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 05 (1935 March 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 07 (1935 April 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 20 (1935 October 15)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 12 (1935 June 15)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 14 (1935 July 15)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 16 (1935 August 15)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 22 (1935 November 15)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 24 (1935 December 15)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 11 (1935 June 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 04, no. 12 (1928 December)
PDF
Golden sheaves, vol. 06, no. 11 (1930 March)
PDF
Golden sheaves, vol. 20 [sic, i.e. 23], no. 11 (1951 November)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 03 (1935 February 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 11, no. 15 (1935 August 1)
PDF
Golden sheaves, vol. 06, no. 23 (1930 August 30)
PDF
Golden sheaves, vol. 23 [sic, i.e. 26], no. 11 (1954 November)
Description
[description english/roman)] Missionary work of the Pentecostal movement in Indonesia
Asset Metadata
Core Title
Golden sheaves, vol. 11, no. 23 (1935 December 1)
Alternative Title
Gouden schoven (
orig. non-english/non-roman lang./script
), Gouden schooven, 1935, nr. 23 (
orig. non-english/non-roman lang./script
)
Publisher
[S.l.]
(orig lang/script),
[S.l.]
(english/roman),
Pentecostal movement in Indonesia
(original),
Pinkstergemeente in Nederlandsch-Indië
(original),
University of Southern California. Libraries
(digital)
Tag
OAI-PMH Harvest
Place Name
Indonesia
(states)
Format
periodicals
(format)
Language
Dutch
Permanent Link (DOI)
https://doi.org/10.25549/pcra-c14-211418
Unique identifier
UC11124681
Identifier
Gouden-schooven-1935-23.pdf (filename),CT.05443.- (identifying number),pcra-c14-211418 (legacy record id)
Legacy Identifier
Gouden-schooven-1935-23.pdf
Dmrecord
211418
Format
periodicals (format)
Rights
VU University Library is owner of the Hollenweger collection and has the Azusa collection on loan from Azusa Hogeschool Zwolle
Source
Hollenweger Center, Amsterdam, Netherlands
(subcollection),
Pentecostal and Charismatic Research Archive
(collection)
Access Conditions
Creative Commons: Attribution-NonCommercial-NoDerivates CC BY-NC-ND
Repository Name
VU University Library, The Netherlands
Repository Location
VU University Library, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, The Netherlands
Repository Email
secretariaat.ub@vu.nl
Tags
Folder test
Inherited Values
Title
Hollenweger Center, Amsterdam, Netherlands